vrijdag 9 maart 2012

maak het nou, Ann



...Op voorwaarde tenminste dat een arts bereid wordt gevonden om dat als een uiterst zware, ongeneeslijke aandoening te beschouwen ....


Het is goed dat de discussie over de vraag of het ouders vrij staat hun pasgeboren baby te laten sterven of zelfs actief te (laten) doden als zij hem ongewenst achten, verder gezet wordt. Ook de KNACK mengt zich nu in de discussie met een bijdrage van Ann Peuteman. Het is van belang om zuiver naast elkaar te stellen de situatie van abortus van een ongeboren vrucht, waarvoor de huidige wetgeving geldt, en de nieuw ingebrachte situatie van het doden van een pas geboren kind, een baby, met als achtergrond de redenering van de wetenschappers Alberto Giubilini van de universiteit van Milaan en Francesca Minerva van de universiteit van Melbourne onlangs in het Journal of Medical Ethics. Die mogen dan wetenschappers zijn, maar erg gewetenschappelijk vind ik ze niet.
De discussie dient zuiver gevoerd te worden en er mag geen vertroebeling van de gehanteerde uitgangspunten geaccepteerd worden. Het is daarom opmerkelijk dat Ann Peuteman het volgende naar voren brengt, en ik citeer:
" Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat abortus in België tot heel laat in de zwangerschap toegelaten is, als een foetus zwaar gehandicapt blijkt te zijn, maar ook als hij een paar teentjes mist of kleurenblind is. Op voorwaarde tenminste dat een arts bereid wordt gevonden om dat als een uiterst zware, ongeneeslijke aandoening te beschouwen."
Mijn bezwaar richt zich op de tweede zinssnede, waarin Ann naar het mij voorkomt wel wat stelliger had mogen zijn over het hanteren van uitgangspunten en ethische principes. Het zal wellicht badinerend bedoeld zijn, maar het kan toch niet zo zijn dat het van de individuele rekbaarheid in de interpretatie van de medische noodzaak afhangt of actieve of passieve levensbeëindiging van de baby geoorloofd is. Het is onvoorstelbaar dat die rekbaarheid zo groot zou zijn dat het missen van een paar teentjes een kind zou devalueren tot een te doden medische noodzaak als er maar een geschikte arts gevonden wordt om die noodzaak uit te spreken. Dit toont het belang aan van normerende ethische principes waaraan elke individuele beslissing getoetst kan en moet worden. Het zorgelijke is dat men in de medische praktijk bij abortus provocatus, maar ook bij ethanasie, het andere uiterste, aan het afglijden is naar een steeds ruimere interpretatie van de wet. Dat komt omdat de aandacht daarvoor verslapt maar ook omdat men in tegenstelling tot vroeger meer en meer de opvatting huldigt dat het privé aangelegenheden zijn." Men maakt zich er niet druk meer om. "Och, dan laat je toch abortus doen", wordt nogal eens gehoord en niet alleen in soaps op tv. Ik denk dat de samenleving ermee gediend is als dit onderwerp nu in de actualiteit blijft en ruime aandacht krijgt, waarbij het geval van pasgeborenen niet "op één hoop geveegd wordt" met abortus van een foetus.
Ik ben er blij om dat in Nederland de grens tot waar abortus gepleegd mag worden is gelegd bij 5 maanden, en op grond van duidelijke, acceptabele, biomedische maar ook ethische argumenten. Voor spijtoptanten die uit nonchalance of door een laakbaar gebrek aan liefdevolle verantwoordelijkheidszin het "kind maar op zijn beloop" hebben gelaten, en het na de geboorte toch maar liever niet willen, zal een andere oplossing opgelegd moeten worden, waarbij het laten doorontwikkelen en afstaan na (opgewekte) geboorte een voor de hand liggende optie is. Nog indringender ligt het wanneer het om een pas geboren kind gaat. Wanneer het kind gezond is, dan is het logisch dat het afgestaan kan worden. Als het ernstig gehandicapt is en pijn lijdt, dan gelden de principes van stervensbegeleiding. Als het gezond is, en ongewenst, dan is het duidelijk dat het kind afgestaan moet worden, en dat de ouders definitief het recht op hun ouderschap verliezen. Zo'n kind kan geadopteerd worden. Het probleem spitst zich dus toe op de situatie dat het kind een afwijking heeft maar verder levensvatbaar is, en ondanks de handicap een gelukkige toekomst kan hebben. In zo'n geval verdient het kind de bescherming van overheidswege, en dienen de ouders begeleid te worden. Tevens zal er nagegaan moeten worden waarom de afwijking niet eerder ontdekt is, zodat deze problematiek voorkomen had kunnen worden.
Het beslissingsrecht kan in zo'n situatie niet alleen bij de moeder of bij de ouders liggen, die er immers blijk van gegeven hebben slechts het eigenbelang na te (kunnen) streven. De samenleving als geheel heeft dan een taak om het kind en de ouders op te vangen, en daarmee het morele gehalte van haar cultuur te bewaken en te bevorderen. Een idioot doorgedreven individuele vrijheid van handelen ten opzichte van een weerloos schepseltje, past niet in een zichzelf respecterende samenleving. Daarom ben ik ook blij met de recente uitspraak van een Jurie die juist vandaag voor de assisenRechtbank in Leuven het schuldig heeft uitgesproken over een moeder, wegens het doden met voorbedachte van haar pasgeboren baby hoewel het er naar uitziet dat ze mild zuilen zijn in de straftoebemeting.


(http://www.knack.be/opinie/columns/ann-peuteman/postnatale-abortus-toelaten/opinie-4000060234746.htm)


http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF20120309_064

Geen opmerkingen:

Een reactie posten