woensdag 13 november 2013

Wesphael onschendbaar?

Wat wordt er toch vreemd gestoethaspeld met het begrip "Parlementaire Onschendbaarheid". Ik kan me goed voorstellen dat dit fenomeen, een recht van elke parlementarier, in het leven is geroepen. Immers: een parlementslid moet in de kamer alles kunnen zeggen en doen, en dat in het belang van de democratie. Het kan niet zo zijn dat hij in beschuldiging  wordt gesteld omdat hij dingen verkondigt of verkondigd heeft die door een andere partij mogelijk als beledigend, of anderszins negatief ervaren wordt en waar die andere partij tegen in het geweer wil komen. Elk parlementslid moet dus vrijuit kunnen spreken, en kan daarbij hoogstens door de voorzitter tot de orde geroepen worden als zijn gedrag of zijn taalgebruik niet strookt met de orde van het huis.
Er is een duidelijke 1 op 1 relatie tussen de parlementaire onschendbaarheid en de kamer, het halfrond. Daarom kon Herman Van Rompuy een tijd geleden ook zo onheus en zelfs ronduit beledigend  door de Schotse afgevaardigde aangepakt worden, die hem het uiterlijk toedichtte  van een natte dweil.
Het is ridicule om te veronderstellen dat een parlementslid ook buiten de kamer onschendbaar is, zoals de advocaat van kamerlid Wesphael meende te kunnen aanvoeren. Ongehoord dat een advocaat, iemand die nota bene onder ede staat, met dergelijke nonsens voor de dag durft te komen. Het kan niet anders zijn dan dat buiten de kamer de regels gelden van de samenleving, en dat dan iedereen voor de wet gelijk is. Wesphael heeft mogelijk buiten de kamer een  moord gepleegd, is daarvoor in beschuldiging gesteld  en is daarmee onderworpen aan de rechtsregels  die ten aan zien van een eerlijke en rechtvaardige rechtsgang voor iedereen gelden.
Maar er is nog iets anders. Het is uiterst merkwaardig dat volgens de uitleg die er thans aan het begrip parlementaire onschendbaarheid wordt gegeven, deze uitgerekend door het parlement zelve opgeven kan worden. Dat is strijdig met het begrip, want de regel moet juist zijn dat elk parlementslid bescherming geniet tegen acties van de kant van collega parlementsleden. In mijn optiek zou de parlementaire onschendbaarheid uitsluitend door een Hooggerechtshof opgeheven moeten kunnen worden, en zeker niet door het parlement.

vrijdag 1 november 2013

een kruis van 348.000 euro voor Anthuenis

"Ik zit mee in de storm, ik draag mijn kruis", zegt Filip Anthuenis in een interview met journaliste Tine Peeters in "De Morgen". De kop van het artikel luidt: "Heb ik hiervoor gestemd? Ik zou het niet weten. Pas als je het artikel leest, en de context je duidelijk wordt, begrijp je wat deze man daarmee eigenlijk zegt, en wordt duidelijk wat een ongelofelijke principeloze hypocrisie deze man ten toon spreidt. Aan de ene kant maakt deze volksvertegenwoordiger aanspraak op een uittredingsvergoeding van maar liefst 348.000 euro met de redenering dat hij daar recht op heeft, maar aan de andere kant vertelt hij doodgemoedereerd dat hij de laatste jaren, eigenlijk sinds de jaren 90 niets meer in het parlement heeft gedaan, maar wel zijn presentiegeld heeft opgestreken. Mijnheer noemt zich zelf een "backbencher", iemand die achter de schermen zijn werk doet. Nou, ik krijg de indruk dat hij ook op de achtergrond jarenlang geen fluit uitgevoerd heeft, en wellicht als Burgemeester zijn gulden sporen verdiend heeft. Dan waagt hij het te zeggen dat juist dit de reden is voor hem om zijn mandaat in te leveren, maar wel onder het opstrijken van een vorstelijke uittredingsvergoeding. Hij probeert de indruk te wekken dat hij daarmee goudeerlijk is, terwijl hij schaamteloos in feite profiteert van een uittredingsregeling die niet van deze tijd is, en toch zeker voor hem niet kan gelden omdat hij nog een baan heeft als burgemeester. Hij geeft toe dat het bedrag hoog is, maar dat hij voor die regeling destijds niet gestemd heeft, suggererend dat hem dus geen blaam treft. Even later  moet hij toegeven dat hij wel voor die regeling gestemd moet hebben, want die is destijds  met algemene stemmen aangenomen. Dat veroorzaakt nogal wat commotie, reden voor hem om te zeggen dat hij bereid is om dit kruis te dragen. Dit kruis? Ja het kruis van zijn eigen misbruik, en het gezichtsverlies dat hij en zijn partij de Open VLD nu lijdt als een stelletje gladde profiteurs. Deze partij is al vaker nogal controversieel opgekomen voor het toekennen van exorbitante salarissen, o.a. aan Bellens van Belgacom, alsook bonussen en uitkeringen en tegemoetkomingen voor de parlementariers. Daarmee op opzichtige wijze de graaicultuur bevestigend die de politiek er op na houdt. Overigens laten Bart Tommelein en Gwendoline Rutten de beslissing aan hem over. Over principes gesproken.
Foei!