Ik
had besloten om de discussie over kindermisbruik in de Kerk maar te laten
voor wat het is; sexueelmisbruik is een minderwaardig gebeuren dat om harde
maatregelen vraagt van kerkelijke overheid en van Justitie, maar ook een
problematiek waar we vroeg of laat doorheen moeten leven. Ik behoor tot
degenen die door alles heen, nog steeds vinden dat de Kerk, dat zijn wij, ook
veel goeds gebracht heeft. Het is niet allemaal treurnis en kommer en kwel.
We mogen gerust bedenken dat de Kerk meer is dan het instituut, en groter is
dan het Vaticaan en beter dan een stelletje misdadige onverlaten. Ik ben het
daarin eens met de overtuiging van Oosterhuis: de kerk dat zijn wij, wij zijn
het lichaam van Christus. Wel, laat ieder voor zich maar nagaan of hij/zij
als tegenwicht voor de ellende iets goeds heeft bijgedragen. Ik ben er zeker
van dat er veel positieve antwoorden zijn.
Nu
na het zoveelste interview dat Oosterhuis gegeven heeft, of dat hem afgenomen
is, voel ik me geroepen toch nog een keer te reageren. Via Oosterhuis blijft
namelijk nog steeds de opvatting circuleren dat kindermisbruik alles te maken
heeft met de celibaatsverplichting. Ik ben het, en velen met mij, niet met
hem eens. Sterker nog, ik meen dat deze ex-jezuïet iets te fanatiek als maar
op dit door hem veronderstelde oorzakelijk verband tamboereert. En de pers
schijnt hem daarin blindelings te volgen, alsof hij als uitgetreden priester
het verlossende inzicht heeft. Verwacht de pers van hem nou echt een gewogen
oordeel over oorzaak en gevolg? Het lijkt er meer op dat ze via hem
gemakkelijk kunnen scoren door een oud zeer op te kloppen, en succes lijkt
gegarandeerd. Persoonlijk denk ik dat zijn verzaken aan de
celibaatsver-plichting, na een vrijwillig gegeven gelofte, Oosterhuis meer
aan het hart gegaan is dan hij laat uitschijnen. Hij komt bij mij nogal
gefrustreerd over, en dat is begrijpelijk gezien de miskenning die hem als
nasleep ten deel is gevallen. De consequentie van zijn opvatting was maar
liefst dat hij uit de kerk werd gestoten, al mag slimpie Wiertz dan beweren
dat hij in feite zichzelf als ketter buiten de kerk had gezet. Het gekrakeel
gaat door, nu weer tussen de bisschoppen Eijk (Den Bosch) en De Korte
(Groningen), ook weer met als onderwerp de liederen van Oosterhuis. Het lijkt
er op dat de Kerk in "distress" verkeert. Heren kom eens collegiaal
bij elkaar en zoek het alsjeblieft uit. Ik ben dat onpersoonlijke politiek
getinte mannetjesgedoe in deze toplaag van de kerk eigenlijk meer dan beu.
Buig je ook eens serieus over de problematiek van het kindermisbruik in de
kerk. Doe het vooral ook wat eerlijker dan vaticanist Mgr Bertone, die
schandelijk de schuld afschuift op de homo-sexuelen (ja
mijnheer Cantalamessa, zoals de Nazi’s deden op de Joden), en deze comfortabel
als universele zondebok lijkt te willen bestempelen.
Huub Oosterhuis: katholieke seksschandalen zijn inherent aan het celibaat
Huub Oosterhuis"...de steppe zal bloeien.."
Het
interview stond in de NRC. Weer werd ik getroffen door de broeierige blik die
Oosterhuis laat zien op een van de foto's. Haat hij inderdaad de kerk zoals
hij eens gezegd heeft; een kerk die hem toch wel van zijn voetstuk gestoten
heeft? Tussen de regels van zijn betoog, lees ik hoe rancuneus hij is, en
hoezeer hij het de kerk kwalijk neemt dat ze zo onverbeterlijk log en
behoudend is. Hij beziet zelfs de sexuele geweldplegers, waar het in het
interview over gaat, de paters en broeders (en nonnen), in "zekere zin
als slachtoffers". Ik vind dat hij daarmee uit de bocht vliegt. Ik zie
deze mensen als daders die op een goedkope manier zwaar misbruik hebben gemaakt
van hun positie. Wat, positie? Jazeker, een positie van aanzien, overwicht en
macht. En dat is heel wat anders dan dat ze slachtoffer zouden zijn. Als zij
zo leden onder de druk van hun hormonen, een normaal mens zou zeggen: als ze
zo geil waren, dan stonden hen andere wegen open, bijvoorbeeld zoals in
religieuze kringen kennelijk voor sommigen usance was, "even naar Luik
gaan"; een eufemisme voor “naar de hoeren gaan”. Menige sexueel
behoeftige onder de Clerus is kennelijk deze weg gegaan. Van mij zul je daar
geen kwaad woord over horen. Oosterhuis is een andere weg ingeslagen. Die
heeft een lieve verpleegster " als zijn vrouw tot zich genomen",
iemand die ongetwijfeld zeer van hem gecharmeerd was, en er uitsluitend voor
hem alleen was en wou zijn. Ik geef hem geen ongelijk, het is zijn leven. Het
is duidelijk dat hij helemaal in de sfeer van "het concilie van
Noordwijkerhout", al vroeg zijn conclusies getrokken had en alvast een
voorschotje had genomen op de communis opinio van de vergadering, dat het
celibaat afgeschaft zou moeten worden. Hij zelf heeft dus niet zo geleden
onder het torsen van een celibaatgelofte. Menig gezagsgetrouw priester echter
heeft tegen de verwachting in en tot zijn teleurstelling moeten constateren
dat het celibaat wel degelijk onverkort gehandhaafd bleef. Met als schrale
troost dat er veel begrip bleef bij "hogerhand" voor het sexueel
falen en dwalen van de herders van de kerk, zoals zelfs in het geval van
kindermisbruik, zoals nu jammerlijk blijkt. Het lijkt me van groot belang dat
we proberen zuiver te onderscheiden wat er ten grondslag ligt aan het kwaad
van sexueel misbruik. Doen we dat niet dan kunnen we vergeten dat we tot een
oplossing komen van dit serieuze probleem en zo nieuwe wantoestanden met
nieuwe slachtoffers kunnen voorkomen.
Het
celibaat kan onmogelijk de primaire oorzaak zijn. Het celibaat is immers een
omstandigheid, een manier van leven, en wel zonder partner, zonder sex; het
is geen oorzaak. Nee, de onmiddellijke oorzaak is lust, laten we maar direct
en onomwonden man en paard noemen, ja, lust; geilheid; sexuele aandrang, de
instinctieve drift die biologisch is ingebakken in de natuur van mens en
dier. Als de kerk zo schermt met natuurlijke wetmatigheden, wat ze doet, en
altijd maar weer à la Aristoteles, dan zal ze de sexuele drift als diep
gewortelde van God gegeven aandrang en eigenschap van de mens moeten
erkennen. Bovendien zal ze moeten toegeven dat die driftmatige aandrang niet
te temmen is, net zo min als honger en dorst. Het is een levenskracht die een
kanaal zoekt om zich te kunnen manifesteren, zoals elke man met ballen zal
kunnen bevestigen. Mooi als dat kan gaan via een "natte droom",
zoals Antoine Bodar zo openhartig en vertederend vertelde. Maar als je daar
als levenslustige jongeling op moet wachten, dan denk ik dat je al gauw de
paalstok in handen gaat nemen om over de sloot te springen. Het is prachtig,
en het staat heel deftig om te schermen met mooie leerstelligheden, zoals die
ontleend aan de Kerkvader Augustinus. Maar deze man heeft wel eerst vele
jaren "de beest uitgehangen", zoals hij zelf ergens zegt, en heeft
zich daarna, de vrouwen zat en moegestreden, aan de kerk gewijd in een
overtuigd celibatair leven, ongehuwd dus, en zonder sex (dat mag officieel
alleen binnen het huwelijk, vandaar). Feit blijft, dat het tegennatuurlijk is
en in zekere zin zelfs hoogmoedig dat de kerk zijn dienaren vanaf de wijding
tot priester impliciet met een verplichting tot sexuele onthouding opzadelt.
Maar er is meer. Een celibatair leven houdt ook in de afwezigheid van
liefdevolle intimiteitsbeleving zoals die kenmerkend is voor de relatie
tussen partners; in een huwelijk tussen man en vrouw. De priester vindt
hiervoor hopelijk soelaas in het doorleven van een mystieke relatie met de
Kerk, en in de vriendschap met anderen binnen de kerkgemeenschap, priesters,
leken. Niet gemakkelijk en het zal een hele weg vergen om compensatie te
vinden voor die diepmenselijke behoefte aan tederheid, en intimiteit. Nee,
niet eenvoudig, gezien de groeiende eenzaamheid en gevoelsarmoede binnen de
Kerkgemeenschap. Een leven zonder sex is echter een ander verhaal. Intimiteit
krijgt gestalte in lichamelijke en spirituele nabijheid, maar sexuele
aandrang is een instinctieve neiging die streeft naar lichamelijke
bevrediging. Leven zonder sex? Ja, dat is mooi voor eunuchs, lollig voor
vrijdenkers als Oosterhuis, die er zich geen moer van aantrekken, maar lullig
voor degenen die trouw aan hun gelofte willen blijven. Het is misschien
alleen nog een ideaal voor impotent geworden celibataire senioren die de lust
vergaan is, zoals het bisschoppencollege, bij Simonis vergaderd voor het interview.. Het is in elk geval tegen de natuurlijke orde, al is de gelofte
nog zo vrijwillig afgelegd.
Van
bevrediging van sexuele behoefte naar kindermisbruik is een ontoelaatbare
stap. De suggestie dat het huwelijk hier een oplossing zou kunnen bieden, en
dat bij opheffing van het celibaat sexueel misbruik niet meer zou voorkomen,
getuigt mijns inziens van kortzichtigheid en van een tunnelvisie. "Laat
ze trouwen en het probleem is opgelost" hoor je wat al te vaak. Nou nee
hoor, immers ook gehuwden, zowel binnen als buiten de kerk, blijken zich over
te kunnen geven aan sexueel geweld, ja zeker, ook in de vorm van
kindermisbruik. Vandaag stond het weer eens in de krant: gehuwde man verleidt
via internet met een valse identiteit heel jonge meisjes met de worst van een
modellencarrière en verkracht ze, zowat aan de lopende band. Ja, zo
gemakkelijk is het voor deze geraffineerde booswichten. De indruk dringt zich
op dat misbruik slechts een andere omschrijving is voor sexuele dwang, geweld
dus, dat misdadig wordt aangewend, uitsluitend en alleen voor bevrediging van
eigen lusten, ten koste van een ander. De dader legt zijn wil op aan het
slachtoffer. Nee vrienden, het huwelijk is daar niet voor, al is duidelijk
dat ook binnen het huwelijk agressief gewelddadig gedrag te vaak voorkomt;
het huwelijk biedt geen soelaas voor puur bevrediging van ikgerichte sexuele
lust. Althans in onze cultuur heerst in een huwelijksrelatie de liefde en is
er geen plaats voor ikgerichte dominantie, dwang en overheersing. We weten
dat dit niet in elke cultuur zo is. Echtelieden zijn partners en zijn
gelijkwaardig. Voor Man en Vrouw is het een opdracht om, als gelijken en
elkaars aanvulling én tegenover, de weg te gaan van menswording, waarbij het
belang van de ander op de eerste plaats komt. Ik denk dat de plegers van
sexuele dwang jegens kinderen zich in een huwelijk niet bepaald op hun gemak
zouden voelen. Met het overwicht van de "dienaar van god" een kind
je wil opleggen en het kind chanteren, is heel wat anders dan een
gelijkwaardige creatieve en vruchtbare relatie aan te gaan met een
volwassene.
Hoe
kan een pastor tot sexueel misbruik komen? Allez, hij wordt toch net zoals
iedere man aangestuurd door zijn instinct, zijn sexuele drift. Maar anders
dan de meesten kan hij kennelijk niet in een verantwoordelijke relatie naar
anderen gaan staan en zoekt hij uitsluitend zichzelf. In geval hij zijn lust
richt op kinderen, maakt hij misbruik van de omstandigheden waarin een kind
vertrouwvol in zijn nabijheid verkeert als misdienaar bijvoorbeeld en hij
maakt misbruik van zijn overwicht als volwassene en als priester. Hij wordt
kennelijk uitsluitend driftmatig gestuurd door zijn eigen lust, waarvoor
alles moet wijken en waarbij het wel-zijn van het kind voor hem/haar niet van
belang is. Het kind wordt in feite tot slaaf gemaakt van zijn sexuele lust.
Waarschijnlijk is hij daarin ook slaaf van zichzelf, en "kan hij het
niet laten". Het kan bijna niet anders dan dat de dader een pedofiel is.
Een normale man, priester of leek, richt zich niet op een kind, maar zoekt
contact met een volwassene, man of vrouw, als verrukkelijk tegenover, die hem
in zijn of haar eigenheid aanspreekt. Ik ben het dan ook mordicus oneens met Huub Oosterhuis die beweert dat kindermisbruik een direct gevolg is van de celibataire status zoals die werd aangekweekt op de kweekscholen. Volgens Oosterhuis zou het celibaat onvermijdelijk leiden tot een verkrampte en getourmenteerde beleving van de sexualiteit hetgeen dan tot uiting zou moeten komen in kindermisbruik. Hij generaliseert in zijn redeneren mateloos, en komt tot uitspraken die elke grond missen. In mijn ogen zijn degenen die zich overgeven aan sex met kinderen, wel degelijk pedofielen, die misbruik maken van de omstandigheden. Goed beschouwd is de "theorie" van Oosterhuis gebaseerd op indrukken die hij opgedaan heeft in kleine kring. "Ik heb eens iemand gekend die...", zegt hij ergens. Oosterhuis kan maar beter bij zijn leest blijven. Hij is een dichter en geen sexuoloog. Dichters blinken meestal niet uit in hun exacte perceptie van de werkelijkheid.
Reken
maar dat seksverslaving daders zal aanzetten om slim te werk te gaan. Nee,
niet de omstandigheden maken de dief, zoals je zo vaak hoort, het is hier de
dief die de omstandigheden creëert. Er zijn verbijsterende voorbeelden
genoeg: hij gaat vrijwilligen op een kinderspeelplaats en gaat mee op een
jeugdkamp; zij gaat een crèche beginnen; hij gaat lief en toegewijd met veel
gevoelig lichamelijk contact zwemles geven aan minder valide kinderen; zij
wordt rechter voor gezinszaken en heeft vertrouwelijke gesprekken met kinderen die al
mishandeld zijn en troost zoeken en doet er nog een schepje bovenop (historisch!);
hij wordt priester en hem zijn de jonge knapen toevertrouwd die moeten worden
opgeleid tot misdienaar. Zijn dat allemaal aberrante getourmenteerde vormen van sex-beleven?
Nee waarom? De natuur zoekt een weg, zo eenvoudig is dat. Ah, het zijn wel
ontmenselijkte vormen van sex beleven. Sex op zich is slechts de krachtige
instinctieve impuls die een weg zoekt, en die ook vindt, dichtbij of veraf;
in de pastorie of in Luik, in het zwembad, of in een hotel; voor het
beeldscherm of in een of andere uithoek op een feestje. Sex is een drijfveer
die de mens aanzet tot handelen gericht op bevrediging met of via een ander.
Bij een normaal mens kan die impuls gecorrigeerd en gericht worden door edele
motieven van menselijkheid waarin het egoïsme overwonnen wordt, zoals in een
huwelijk. Sommigen lukt dat niet, wat dan onherroepelijk leidt tot een
doortrapt en slim creëren van de omstandigheden waarin hij/zij uiteindelijk
als dader kan toeslaan en bevrediging kan vinden. Actief (penetratie) of
passief (zich laten..), beide extremen doen zich blijkbaar voor met grote
emotionele schade voor het slachtoffer, in veel gevallen blijkbaar een kind.
Er is kennelijk steeds een ander bij nodig, er moet dwang worden uitgeoefend,
iemand moet worden onderworpen, en worden gebruikt. Er zit een sadistische
component in dit gedrag.
De
conclusie dringt zich op dat het gedrag van sexuele geweldplegers primair een
vorm is van machtsmisbruik en chantage. Allez, heeft de priester dan zoveel
macht? Ik denk het wel. We zijn toch niet vergeten hoeveel overwicht de
priester in die tijd, de zestiger jaren, nog had, zelfs op de volwassenen.
Juist omdat hij de mensen van het volk kon voorhouden hoe ze zich te gedragen
hadden wel wetend dat de normen op het gebied van sexualiteit en huwelijk
niet te halen waren. Maar ach, daar was dan de biecht weer goed voor. Noem
dat maar geen macht! Hij mocht vergeving uitspreken; hij werd om zijn
toewijding en zelfopoffering bewonderd; om zijn onthechting aan het aardse
werd hij gerespecteerd; om zijn kennis van kerkelijke moraal werd hij
geëerbiedigd, ook al hield hij er zich zelf niet aan; en hij had toegang tot
de bovenste culturele laag van de samenleving; kortom hij genoot aanzien en
dus had hij macht, en dat was hem ongetwijfeld aangenaam. Het was een
compensatie voor zijn celibaats-verplichting en een knuffeltje, och, dat kon
er altijd nog wel af en kon met een grapje wel door de vingers worden gezien.
Het was bepaald niet evident om tegen het vermeende en verleende gezag van de
priester in te gaan en zeker niet in die tijd met zijn enge hiërarchische
verhoudingen, de sociale controle en de slaafse gezagsgetrouwheid. De
bisschop was een vorst in het klein, en domineerde zijn medewerkers, de
priesters, in een strikte hiërarchie. Domineerde ook de gelovigen en had in
de arbeidsverhoudingen van toen in een handje klap met de industriëlen, de
bazen, nogal wat in de pap te brokkelen. Een situatie die nu althans in
Europa gelukkig drastisch veranderd is. De priester stond op de onderste
ladder, maar was op zijn beurt de spirituele rentmeester van het gewone volk
dat toentertijd, begin zestiger jaren, geplaagd werd door armoede,
afhankelijkheid en onwetendheid. Het wordt op onthutsende wijze uitgebeeld in
de films “Daens” en “De Magdalenazusters”, die de wantoestanden schetsten van
een corrupte kerk in het begin van de vorige eeuw, en haar gemene zaak met de
toplaag van de industriëlen en overheid.
Wie
koos er voor het priesterschap? Jongemannen met een hang naar “het Woord”, de
symboliek, de plechtstatige gebarentaal, de show en het decorum van het rijke
roomse leven; zij die zich graag wilden invoegen in het machtige instituut
van de kerk, waaraan zij als offspin voor zichzelf aanzien en gezag zouden
kunnen gaan ontlenen. Ik zag het als jonge knaap gebeuren hoe twee van mijn
klasgenoten thuis een altaartje hadden met alles er op en eraan; die met
overgave en idioot devoot de mis opdroegen, en die mij beiden zover gekregen
hadden dat ik een keer misdienaar bij hen werd. Ik griezelde er van. Ik heb
ook als student binnen de kerk diverse keren de dominantie en spirituele
arrogantie en de "Herenmentaliteit" van deken, vicaris en bisschop
van nabij ondervonden. Mannen, erudiet en vaak speekselig welbespraakt,
doorkneed met het brevier van een omvangrijke kerktraditie, altijd piekfijn,
smetteloos gekleed, ter ere gods natuurlijk; op handen gedragen en verwend
door de nonnen van het plaatselijke klooster, en allerlei fanatieke anderen
die van geen kwaad woord wilden horen en een speels knuffeltje, en soms
daarna meer, best konden vergoeilijken. De kerk werd als de lamp van Aladin
door allerlei goedwillenden, vooral vrouwen, opgewreven in verwachting dat er
iets goeds uit zou komen, en dat kwam, reken maar. Dan kan het zo verkeren
dat tenslotte niet het koper maar de bedienaar wordt opgewreven. Van
instituut naar persoon is immers maar een kleine stap. Iedere katholiek zal
zich wel eens geërgerd hebben aan de het gekuip en gekruip van sommige
parochianen om maar bij de pastoor in een goed blaadje te komen en daarmee
een paar korreltjes aanzien vanonder de tafel mee te kunnen pikken. Iemand
die in zo'n positie verkeert van vleierij en bevrediging van eerzucht,
corrumpeert gemakkelijk tot bevrediging van het eigen ik. We zien het over de
hele wereld gebeuren, de kerk is daar kennelijk geen uitzondering op.
Nee beste Oosterhuis
ik geloof er geen biet van dat
met opheffing van het celibaat de ellende over is. Je zit er naast. Is er dan
soelaas mogelijk? Jawel, supervisie, oplettend leven en tijdig het kaf van het koren
scheiden.
|