We moeten alles in het werk stellen om dit "tappinggateschandaal" als zodanig aan de kaak te stellen en daar Obama, ja, een bevriend staatshoofd mee te confronteren.
.. nu ik ouder ben, en gepensioneerd, kan ik stil staan bij mijn levensvragen op het gebied van : ethiek, moraal, politiek, religie. Tijdens mijn wandelingen op smalle paadjes, vind ik de rust om daar over te mijmeren....
zondag 27 oktober 2013
Yes, we keep on spying
Deze afluistermalversatie, deze "spyinggate affair" van overheidswege, en nota bene met medeweten van Obama, al wordt dit door de NSA in alle toonaarden ontkend, is van dezelfde misdadigheid als de Watergateaffaire. Als je het eens goed bekijkt dan zijn er allerlei paralellen. In beide gevallen gaat het er om inlichtingen te verkrijgen over plannen die de andere partij heeft of ontwikkelt. Het is onthutsend dat Obama doodgemoedereerd toegeeft dat de belangen van America op de eerste plaats komen: "het ego heiligt de middelen". Er is geen enkel excuus voor het afluisteren van een bevriend staatshoofd. Kennelijk wordt zij door Obama slechts bezien als een concurrent die wat betreft haar plannen op economische, politie en militair gebeid in de gaten gehouden moet worden. Ik kan me voorstellen dat Angela Merkel zich zwaar geschoffeerd voelt.
We moeten alles in het werk stellen om dit "tappinggateschandaal" als zodanig aan de kaak te stellen en daar Obama, ja, een bevriend staatshoofd mee te confronteren.
We moeten alles in het werk stellen om dit "tappinggateschandaal" als zodanig aan de kaak te stellen en daar Obama, ja, een bevriend staatshoofd mee te confronteren.
Minister Onkelinx heeft het aangedurfd om Didier Bellens neer te zetten als een geldverslaafde. Volgens haar heeft hij dus een gezondheidsprobleem. Onkelinx gaat daarmee op een onbehoorlijke manier haar boekje te buiten. Het is ontoelaatbaar dat zij zich uitlaat met medische kwalificaties over de gezondheidstoestand van iemand voor wie zij politiek verantwoordelijk is. Het is verleidelijk om nu maar met gelijke munt terug te betalen, en te zeggen dat ze zelf een politiek probleem heeft. Zij is niet alleen verslaafd aan politiek, maar is kennelijk in de loop van de jaren dat ze als PS-prominent op de voorgrond moest en kon treden wat gecorrumpeerd geraakt in haar meningsvorming en is wat sleets geworden in haar oordeel van wat kan en wat niet kan. Wat Bellens betreft; ze dient passende maatregelen te nemen en niet met praatjes voor de dag te komen waar ze zich achter probeert te verschuilen. Overigens heeft de regering Bellens met een dergelijk exorbitant honorarium aangesteld, met de redenering dat Bellens ook de schatkist spekt. Kijk daar blijkt dat "Loretta are you betta" nogal hypocriet bezig is. Kijk eens naar de fantastische foto in het krantenartikel.
...............
"Geldverslaving Bellens is een gezondheidsprobleem"
26/10/13, 17u14 − Bron: Belga
"Ik geloof dat Belgacom-topman Didier Bellens een strategisch genie is, met een persoonlijkheid met enkele moeilijkheden: die verslaving aan geld is een gezondheidsprobleem!", verklaarde vicepremier en minister van Volksgezondheid, Laurette Onkelinx (PS), vandaag tijdens het praatprogramma 'Grand Oral' van RTBF-radio en de krant Le Soir.
Ik geloof dat Belgacom-topman Didier Bellens een strategisch genie is, met een persoonlijkheid met enkele moeilijkheden: die verslaving aan geld is een gezondheidsprobleem!
Laurette Onkelinx
Didier Bellens werd onlangs verdacht van een vermeend belangenconflict. De CEO van Belgacom werd verweten dat hij zou zijn tussengekomen in de verkoop van een gebouw aan een vastgoedbedrijf waarvan hij bestuurder is. Een interne audit wees uit dat Bellens op geen enkel moment betrokken is bij het (lopende) verkoopproces van het 'Stro'-gebouw van Belgacom. Eerder deed Bellens - met een loon van 2,1 miljoen euro bruto - de discussie over de aftopping van de lonen van overheidsmanagers af als het foute debat.
"We hebben een probleem met hem", vervolgde Onkelinx, die verwacht dat minister van Overheidsbedrijven Jean-Pascal Labille zal beslissen, onder meer in functie van wat is gebeurd in het parlement en in de raad van bestuur. "Het zou niet slecht zijn voor eens en altijd duidelijkheid te hebben, zoniet blijft dat in de lucht hangen."
Onkelinx riep de PS-bestuurders bij Belgacom op uitzonderlijk waakzaam te zijn en om hun verantwoordelijkheden op te nemen. Verder zei ze dat ze alles wat mogelijk is zal doen, om niet in een regering met de N-VA te zitten. "We leven in een democratie, en ik weet niet hoe Vlaanderen zal stemmen, en of dat een onontkoombare uitspraak zal zijn. Afgezien daarvan, is het juist dat ik alles zal doen om niet samen met de N-VA te regeren."
Als ik je zo eens aankijk op de foto, dan vraag ik me in ernst af of je niet beter helemaal van het regeren af kunt zien, en of je niet beter van je oude dag kunt gaan genieten nu het nog kan.
"We hebben een probleem met hem", vervolgde Onkelinx, die verwacht dat minister van Overheidsbedrijven Jean-Pascal Labille zal beslissen, onder meer in functie van wat is gebeurd in het parlement en in de raad van bestuur. "Het zou niet slecht zijn voor eens en altijd duidelijkheid te hebben, zoniet blijft dat in de lucht hangen."
Onkelinx riep de PS-bestuurders bij Belgacom op uitzonderlijk waakzaam te zijn en om hun verantwoordelijkheden op te nemen. Verder zei ze dat ze alles wat mogelijk is zal doen, om niet in een regering met de N-VA te zitten. "We leven in een democratie, en ik weet niet hoe Vlaanderen zal stemmen, en of dat een onontkoombare uitspraak zal zijn. Afgezien daarvan, is het juist dat ik alles zal doen om niet samen met de N-VA te regeren."
Als ik je zo eens aankijk op de foto, dan vraag ik me in ernst af of je niet beter helemaal van het regeren af kunt zien, en of je niet beter van je oude dag kunt gaan genieten nu het nog kan.
Minister Onkelinx heeft het aangedurfd om Didier Bellens neer te zetten als een geldverslaafde. Volgens haar heeft hij dus een gezondheidsprobleem. Onkelinx gaat daarmee op een onbehoorlijke manier haar boekje te buiten. Het is ontoelaatbaar dat zij zich uitlaat met medische kwalificaties over de gezondheidstoestand van iemand voor wie zij politiek verantwoordelijk is. Het is verleidelijk om nu maar met gelijke munt terug te betalen, en te zeggen dat ze zelf een politiek probleem heeft. Zij is niet alleen verslaafd aan politiek, maar is kennelijk in de loop van de jaren dat ze als PS-prominent op de voorgrond moest en kon treden wat gecorrumpeerd geraakt in haar meningsvorming en is wat sleets geworden in haar oordeel van wat kan en wat niet kan.. Wat Bellens betreft; ze dient passende maatregelen te nemen en niet met praatjes voor de dag te komen waar ze zich achter probeert te verschuilen. Overigens heeft de regering Bellens met een dergelijk exorbitant honorarium aangesteld, met de redenering dat Bellens ook de schatkist spekt. Kijk daar blijkt dat Loretta are you betta nogal hypocriet bezig is. Kijk eens naar de fantastische foto in het krantenartikel.
...............
"Geldverslaving Bellens is een gezondheidsprobleem"
26/10/13, 17u14 − Bron: Belga
"Ik geloof dat Belgacom-topman Didier Bellens een strategisch genie is, met een persoonlijkheid met enkele moeilijkheden: die verslaving aan geld is een gezondheidsprobleem!", verklaarde vicepremier en minister van Volksgezondheid, Laurette Onkelinx (PS), vandaag tijdens het praatprogramma 'Grand Oral' van RTBF-radio en de krant Le Soir.
Ik geloof dat Belgacom-topman Didier Bellens een strategisch genie is, met een persoonlijkheid met enkele moeilijkheden: die verslaving aan geld is een gezondheidsprobleem!
Laurette Onkelinx
Didier Bellens werd onlangs verdacht van een vermeend belangenconflict. De CEO van Belgacom werd verweten dat hij zou zijn tussengekomen in de verkoop van een gebouw aan een vastgoedbedrijf waarvan hij bestuurder is. Een interne audit wees uit dat Bellens op geen enkel moment betrokken is bij het (lopende) verkoopproces van het 'Stro'-gebouw van Belgacom. Eerder deed Bellens - met een loon van 2,1 miljoen euro bruto - de discussie over de aftopping van de lonen van overheidsmanagers af als het foute debat.
"We hebben een probleem met hem", vervolgde Onkelinx, die verwacht dat minister van Overheidsbedrijven Jean-Pascal Labille zal beslissen, onder meer in functie van wat is gebeurd in het parlement en in de raad van bestuur. "Het zou niet slecht zijn voor eens en altijd duidelijkheid te hebben, zoniet blijft dat in de lucht hangen."
Onkelinx riep de PS-bestuurders bij Belgacom op uitzonderlijk waakzaam te zijn en om hun verantwoordelijkheden op te nemen. Verder zei Onkelinx dat ze alles wat mogelijk is zal doen, om niet in een regering met de N-VA te zitten. "We leven in een democratie, en ik weet niet hoe Vlaanderen zal stemmen, en of dat een onontkoombare uitspraak zal zijn. Afgezien daarvan, is het juist dat ik alles zal doen om niet samen met de N-VA te regeren."
Als ik je zo eens aankijk op de foto, dan vraag ik me in ernst af of je niet beter helemaal van het regeren af kunt zien, en of je niet beter van je oude dag kunt gaan genieten nu het nog kan.
"We hebben een probleem met hem", vervolgde Onkelinx, die verwacht dat minister van Overheidsbedrijven Jean-Pascal Labille zal beslissen, onder meer in functie van wat is gebeurd in het parlement en in de raad van bestuur. "Het zou niet slecht zijn voor eens en altijd duidelijkheid te hebben, zoniet blijft dat in de lucht hangen."
Onkelinx riep de PS-bestuurders bij Belgacom op uitzonderlijk waakzaam te zijn en om hun verantwoordelijkheden op te nemen. Verder zei Onkelinx dat ze alles wat mogelijk is zal doen, om niet in een regering met de N-VA te zitten. "We leven in een democratie, en ik weet niet hoe Vlaanderen zal stemmen, en of dat een onontkoombare uitspraak zal zijn. Afgezien daarvan, is het juist dat ik alles zal doen om niet samen met de N-VA te regeren."
Als ik je zo eens aankijk op de foto, dan vraag ik me in ernst af of je niet beter helemaal van het regeren af kunt zien, en of je niet beter van je oude dag kunt gaan genieten nu het nog kan.
Loretta op drift
Minister Onkelinx heeft het aangedurfd om Didier Bellens neer te zetten als een geldverslaafde. Volgens haar heeft hij dus een gezondheidsprobleem. Onkelinx gaat daarmee op een onbehoorlijke manier haar boekje te buiten. Het is ontoelaatbaar dat zij zich uitlaat met medische kwalificaties over de gezondheidstoestand van iemand voor wie zij politiek verantwoordelijk is. Het is verleidelijk om nu maar met gelijke munt terug te betalen, en te zeggen dat ze zelf een politiek probleem heeft. Zij is niet alleen verslaafd aan politiek, maar is kennelijk in de loop van de jaren dat ze als PS-prominent op de voorgrond moest en kon treden wat gecorrumpeerd geraakt in haar meningsvorming en is wat sleets geworden in haar oordeel van wat kan en wat niet kan. Wat Bellens betreft; ze dient passende maatregelen te nemen en niet met praatjes voor de dag te komen waar ze zich achter probeert te verschuilen. Overigens heeft de regering Bellens met een dergelijk exorbitant honorarium aangesteld, met de redenering dat Bellens ook de schatkist spekt. Kijk daar blijkt dat "Loretta are you betta" nogal hypocriet bezig is. Kijk eens naar de fantastische foto in het krantenartikel.
...............
"Geldverslaving Bellens is een gezondheidsprobleem"
26/10/13, 17u14 − Bron: Belga
"Ik geloof dat Belgacom-topman Didier Bellens een strategisch genie is, met een persoonlijkheid met enkele moeilijkheden: die verslaving aan geld is een gezondheidsprobleem!", verklaarde vicepremier en minister van Volksgezondheid, Laurette Onkelinx (PS), vandaag tijdens het praatprogramma 'Grand Oral' van RTBF-radio en de krant Le Soir.
Ik geloof dat Belgacom-topman Didier Bellens een strategisch genie is, met een persoonlijkheid met enkele moeilijkheden: die verslaving aan geld is een gezondheidsprobleem!
Laurette Onkelinx
Didier Bellens werd onlangs verdacht van een vermeend belangenconflict. De CEO van Belgacom werd verweten dat hij zou zijn tussengekomen in de verkoop van een gebouw aan een vastgoedbedrijf waarvan hij bestuurder is. Een interne audit wees uit dat Bellens op geen enkel moment betrokken is bij het (lopende) verkoopproces van het 'Stro'-gebouw van Belgacom. Eerder deed Bellens - met een loon van 2,1 miljoen euro bruto - de discussie over de aftopping van de lonen van overheidsmanagers af als het foute debat.
"We hebben een probleem met hem", vervolgde Onkelinx, die verwacht dat minister van Overheidsbedrijven Jean-Pascal Labille zal beslissen, onder meer in functie van wat is gebeurd in het parlement en in de raad van bestuur. "Het zou niet slecht zijn voor eens en altijd duidelijkheid te hebben, zoniet blijft dat in de lucht hangen."
Onkelinx riep de PS-bestuurders bij Belgacom op uitzonderlijk waakzaam te zijn en om hun verantwoordelijkheden op te nemen. Verder zei ze dat ze alles wat mogelijk is zal doen, om niet in een regering met de N-VA te zitten. "We leven in een democratie, en ik weet niet hoe Vlaanderen zal stemmen, en of dat een onontkoombare uitspraak zal zijn. Afgezien daarvan, is het juist dat ik alles zal doen om niet samen met de N-VA te regeren."
Als ik je zo eens aankijk op de foto, dan vraag ik me in ernst af of je niet beter helemaal van het regeren af kunt zien, en of je niet beter van je oude dag kunt gaan genieten nu het nog kan.
"We hebben een probleem met hem", vervolgde Onkelinx, die verwacht dat minister van Overheidsbedrijven Jean-Pascal Labille zal beslissen, onder meer in functie van wat is gebeurd in het parlement en in de raad van bestuur. "Het zou niet slecht zijn voor eens en altijd duidelijkheid te hebben, zoniet blijft dat in de lucht hangen."
Onkelinx riep de PS-bestuurders bij Belgacom op uitzonderlijk waakzaam te zijn en om hun verantwoordelijkheden op te nemen. Verder zei ze dat ze alles wat mogelijk is zal doen, om niet in een regering met de N-VA te zitten. "We leven in een democratie, en ik weet niet hoe Vlaanderen zal stemmen, en of dat een onontkoombare uitspraak zal zijn. Afgezien daarvan, is het juist dat ik alles zal doen om niet samen met de N-VA te regeren."
Als ik je zo eens aankijk op de foto, dan vraag ik me in ernst af of je niet beter helemaal van het regeren af kunt zien, en of je niet beter van je oude dag kunt gaan genieten nu het nog kan.
Minister Onkelinx heeft het aangedurfd om Didier Bellens neer te zetten als een geldverslaafde. Volgens haar heeft hij dus een gezondheidsprobleem. Onkelinx gaat daarmee op een onbehoorlijke manier haar boekje te buiten. Het is ontoelaatbaar dat zij zich uitlaat met medische kwalificaties over de gezondheidstoestand van iemand voor wie zij politiek verantwoordelijk is. Het is verleidelijk om nu maar met gelijke munt terug te betalen, en te zeggen dat ze zelf een politiek probleem heeft. Zij is niet alleen verslaafd aan politiek, maar is kennelijk in de loop van de jaren dat ze als PS-prominent op de voorgrond moest en kon treden wat gecorrumpeerd geraakt in haar meningsvorming en is wat sleets geworden in haar oordeel van wat kan en wat niet kan.. Wat Bellens betreft; ze dient passende maatregelen te nemen en niet met praatjes voor de dag te komen waar ze zich achter probeert te verschuilen. Overigens heeft de regering Bellens met een dergelijk exorbitant honorarium aangesteld, met de redenering dat Bellens ook de schatkist spekt. Kijk daar blijkt dat Loretta are you betta nogal hypocriet bezig is. Kijk eens naar de fantastische foto in het krantenartikel.
...............
"Geldverslaving Bellens is een gezondheidsprobleem"
26/10/13, 17u14 − Bron: Belga
"Ik geloof dat Belgacom-topman Didier Bellens een strategisch genie is, met een persoonlijkheid met enkele moeilijkheden: die verslaving aan geld is een gezondheidsprobleem!", verklaarde vicepremier en minister van Volksgezondheid, Laurette Onkelinx (PS), vandaag tijdens het praatprogramma 'Grand Oral' van RTBF-radio en de krant Le Soir.
Ik geloof dat Belgacom-topman Didier Bellens een strategisch genie is, met een persoonlijkheid met enkele moeilijkheden: die verslaving aan geld is een gezondheidsprobleem!
Laurette Onkelinx
Didier Bellens werd onlangs verdacht van een vermeend belangenconflict. De CEO van Belgacom werd verweten dat hij zou zijn tussengekomen in de verkoop van een gebouw aan een vastgoedbedrijf waarvan hij bestuurder is. Een interne audit wees uit dat Bellens op geen enkel moment betrokken is bij het (lopende) verkoopproces van het 'Stro'-gebouw van Belgacom. Eerder deed Bellens - met een loon van 2,1 miljoen euro bruto - de discussie over de aftopping van de lonen van overheidsmanagers af als het foute debat.
"We hebben een probleem met hem", vervolgde Onkelinx, die verwacht dat minister van Overheidsbedrijven Jean-Pascal Labille zal beslissen, onder meer in functie van wat is gebeurd in het parlement en in de raad van bestuur. "Het zou niet slecht zijn voor eens en altijd duidelijkheid te hebben, zoniet blijft dat in de lucht hangen."
Onkelinx riep de PS-bestuurders bij Belgacom op uitzonderlijk waakzaam te zijn en om hun verantwoordelijkheden op te nemen. Verder zei Onkelinx dat ze alles wat mogelijk is zal doen, om niet in een regering met de N-VA te zitten. "We leven in een democratie, en ik weet niet hoe Vlaanderen zal stemmen, en of dat een onontkoombare uitspraak zal zijn. Afgezien daarvan, is het juist dat ik alles zal doen om niet samen met de N-VA te regeren."
Als ik je zo eens aankijk op de foto, dan vraag ik me in ernst af of je niet beter helemaal van het regeren af kunt zien, en of je niet beter van je oude dag kunt gaan genieten nu het nog kan.
"We hebben een probleem met hem", vervolgde Onkelinx, die verwacht dat minister van Overheidsbedrijven Jean-Pascal Labille zal beslissen, onder meer in functie van wat is gebeurd in het parlement en in de raad van bestuur. "Het zou niet slecht zijn voor eens en altijd duidelijkheid te hebben, zoniet blijft dat in de lucht hangen."
Onkelinx riep de PS-bestuurders bij Belgacom op uitzonderlijk waakzaam te zijn en om hun verantwoordelijkheden op te nemen. Verder zei Onkelinx dat ze alles wat mogelijk is zal doen, om niet in een regering met de N-VA te zitten. "We leven in een democratie, en ik weet niet hoe Vlaanderen zal stemmen, en of dat een onontkoombare uitspraak zal zijn. Afgezien daarvan, is het juist dat ik alles zal doen om niet samen met de N-VA te regeren."
Als ik je zo eens aankijk op de foto, dan vraag ik me in ernst af of je niet beter helemaal van het regeren af kunt zien, en of je niet beter van je oude dag kunt gaan genieten nu het nog kan.
zaterdag 26 oktober 2013
schoolverzuim, luxeverzuim?
'Kindergeld afpakken van scholieren die een dag te vroeg op vakantie vertrekken'
- Bijgewerkt
Ondanks een nieuwe wet tegen het luxeverzuim zijn toch weer honderden gezinnen voor de start van de schoolvakantie al met kun kinderen op vakantie vertrokken. Mieke Van Hecke stelt nu voor om deze mensen tijdelijk hun kindergeld af te pakken.
Procedurefouten
Ik heb het te doen met Crombez, onze staatssecretaris voor (en tegen) fraudebestrijding. Zijn opdracht is niet benijdenswaardig. Hij moet opboksen tegen zowel kleine fraudeurs, maar ook tegen grote fraudeurs. Deze laatsten bezorgen hem ongetwijfeld koppijn. Immers hoe vaak komt het niet voor, dat grote fraudeurs de dans ontspringen wegens procedurefouten. Deze lieden die vlotjes uitgemaakt worden voor criminelen, huren zich topadvocaten in en die maken hun droom waar. Het is navrant te zien hoe serieus werkende mensen die alle argumenten aangedragen hebben voor een veroordeling gefrustreerd worden door een procedurefout.
Het is ridicule dat de Rechters het betoog van de advocaten die pleiten voor vrijspraak wegens gemaakte fouten volgen, maar het schijnt dat ze niet anders kunnen. Of is het toch: niet anders willen?
Het bericht in de krant dat de politiek hier niet wakker van ligt, maakt mij, onpasselijk. Ze ruziën over een paar miljoen en een boete van vele miljoenen laten ze vlot door hun vingers glippen.
Ik pleit er voor dat er een overkoepelend artikel komt in het wetboek van strafrecht, dat bij aangetoonde procedurefouten in werking treedt, en de magistratuur ertoe verplicht om de procesgang over te doen vanaf het punt waar de fout werd gemaakt. In geen geval mag een procedurefout ertoe leiden dat vrijspraak volgt. Allez, we leven toch niet in een bananenrepubliek of wel?
Ik nodig iedere jurist uit mij aan te tonen dat zulks al dan niet realiseerbaar is.
En dan is er ook nog dat grote onrecht dat schuldigen in een of andere strafzaak vrijgesproken worden:
citaat Uit het Nieuwsblad:
donderdag 27 september 2012, 22h14
geheugensteuntje:
‘Ze hebben een ongeleid projectiel vrijgelaten’
‘We zijn verbouwereerd en gedegouteerd. Dit is justitie op zijn allerkleinst.’ De advocaat en de familie van Didi Swiers (19) kwamen gisteren woorden tekort om hun verontwaardiging te uiten over de vrijlating van Didi's ex-liefje Davy Simons. De jongeman (24) probeerde het meisje eind juli met twee kogels door het hoofd om te brengen. Maar door een flater van het gerecht werd hij woensdagavond onverwacht vrijgelaten. ‘Door een ongelooflijke blunder loopt er nu een ongeleid projectiel rond. We zijn bang dat hij opnieuw toeslaat.’
Het is ridicule dat de Rechters het betoog van de advocaten die pleiten voor vrijspraak wegens gemaakte fouten volgen, maar het schijnt dat ze niet anders kunnen. Of is het toch: niet anders willen?
Het bericht in de krant dat de politiek hier niet wakker van ligt, maakt mij, onpasselijk. Ze ruziën over een paar miljoen en een boete van vele miljoenen laten ze vlot door hun vingers glippen.
Ik pleit er voor dat er een overkoepelend artikel komt in het wetboek van strafrecht, dat bij aangetoonde procedurefouten in werking treedt, en de magistratuur ertoe verplicht om de procesgang over te doen vanaf het punt waar de fout werd gemaakt. In geen geval mag een procedurefout ertoe leiden dat vrijspraak volgt. Allez, we leven toch niet in een bananenrepubliek of wel?
Ik nodig iedere jurist uit mij aan te tonen dat zulks al dan niet realiseerbaar is.
En dan is er ook nog dat grote onrecht dat schuldigen in een of andere strafzaak vrijgesproken worden:
citaat Uit het Nieuwsblad:
donderdag 27 september 2012, 22h14
geheugensteuntje:
‘Ze hebben een ongeleid projectiel vrijgelaten’
‘We zijn verbouwereerd en gedegouteerd. Dit is justitie op zijn allerkleinst.’ De advocaat en de familie van Didi Swiers (19) kwamen gisteren woorden tekort om hun verontwaardiging te uiten over de vrijlating van Didi's ex-liefje Davy Simons. De jongeman (24) probeerde het meisje eind juli met twee kogels door het hoofd om te brengen. Maar door een flater van het gerecht werd hij woensdagavond onverwacht vrijgelaten. ‘Door een ongelooflijke blunder loopt er nu een ongeleid projectiel rond. We zijn bang dat hij opnieuw toeslaat.’
dinsdag 15 oktober 2013
Kijkend naar de zevende dag van afgelopen zondag, deed het me een groot genoegen om Bart de Wever weer eens aan tafel te zien aanschuiven voor een debat tussen de lijsttrekkers van de grote partijen: CD&V, SP-A, OpenVLD en Groen. Het was een boeiende en onthullende discussie, vooral ook was het interessant om te zien hoe men met von-verbale communicatie elkaar uit het zadel trachtte te wippen, of zelf in het zadel te komen. Ook Bart deed daar aan mee. Zijn gezichtsuitdrukking werd een stuk vriendelijker toen hij rechtstreeks in interactie kwam met Gwendoline Rutten, OpenVLD. Het was duidelijk dat hij Gwendoline te vriendin wenste te houden. Is het al zo duidelijk zichtbaar dat deze twee in het verborgene aftasten of zij de kern van een kabinet kunnen vormen, waarbij de SP-A eruit gekegeld wordt? Zij van de weeromstuit was zeer zelfverzekerd, ze formuleerde scherp, goed articulerend met dat strakke mondje van haar, en wist zelfs van de kruimels die op de tafel terecht kwamen als de anderen aan het woord waren nog brood te maken. Zij had haar eigen insteek gevonden: alsmaar tamboereren op samen, samen, samen, met alle aandacht voor economisch herstel en sociaal engagement, banen dus, en onderwijs, daarbij een loopje nemend met elke poging tot serieuze politieke discussie. Praten in termen van economisch herstel en sociale voorzieningen spreekt in zijn abstracties de gewone man, en dat zijn de meesten in België, minder aan dan de concreetheid van een baan, of een uitkering. Gwendoline glorieert in haar rol van aartsmoeder die de ruziënde knapen wel eens tot de orde zal roepen. Bart kon zijn rol als gedoger van vrouwelijke redeneertrant van Gwendoline, maar moeilijk staande houden, was mijn indruk. Het viel me op hoe hij meer en meer geïrriteerd raakte door haar heel eigen benadering, waarbij de feiten ondergeschikt werden gehouden aan de politieke stellingname: samen, samen en vooral no nonsense, niet nog eens blijven zeveren over een nieuwe staatshervorming en daarmee veel tijd en energie te verspillen, aldus Gwendoline. Zij had haar positie goed gekozen, zich waarschijnlijk wel bewust van de kracht van de eenvoud in haar benadering. Waar Bart met veel kennis van zake bleef argumenteren over de feiten van "buitentemperatuur en de temperatuurschommelingen in het klimaat", wierp zij zich handig en minder opvallend verstandig in de strijd met slogans over hoe we vooral samen moesten genieten van het weer, dat misschien dan wel niet zo zonnig was, maar na regen komt toch zonneschijn niet waar?
Bart mag zich niet laten vangen door de redeneerzucht en het definitiegeneuk van mannetjesmakers als Besien en Beke en Tobback. Hij moet blijven bij zijn stelling: een echte staatshervorming is nog altijd essentieel omdat alleen binnen een confederatie met verregaande autonomie de voorwaarden voor economisch herstel in Vlaanderen en Wallonië gevonden kunnen worden. Niets meer en niets minder. Ik heb deze stelling uit zijn mond niet vernomen, en daarmee verzwakt hij zijn positie. Hij wordt te voorzichtig. Bart ben je in je schulp gekropen? Hij kan er van uitgaan, dat als het hem nu niet lukt nu in de regering te komen, de N-VA als vernieuwende partij is uitgespeeld. En waarom houdt hij het premierschap zo van zich af? Ook dat is zwak. Hij steekt met kop en schouders boven andere coryfeeën uit. Daar mag hij niet aan twijfelen.. Hij laat nu in Antwerpen zien dat hij het kan. En dat hij niet zoveel ambitie heeft, daar geloof ik geen barst van. Gewoon niet over lullen, als de nood(zaak) van regeringsdeelname blijkt
De kunst van een politiek debat is, je stellingen helder te houden en niet te verzanden in een feitenbrei. Onze politici voeren teveel een debat met en tegen elkaar over getallen, en dan wordt het al gauw troebel, zelfs venijnig en vergeten ze dat ze eigenlijk tegen de kiezer moeten praten: die moet hij overtuigen, en dat lukt niet met getallen. Ronald Reagan, Hans Wiegel en Pim Fortuin waren daar meesters in. Die waren ook niet te verslaan, omdat ze met hun insteek de kiezer op hun hand kregen, desnoods met foute argumenten of met halve waarheden of met een badinerende kwinkslag. Hebben jullie in de gaten hoe vals de N-VA benaderd wordt door iemand als Van Rompuy, die de partij op grond wederom van getallen,van bedrog beschuldigt?
Ik heb de indruk dat Bart te lang geduldig Gwendoline haar gang liet gaan, en niet wist hoe haar te tackelen. Natuurlijk, hij had ook zijn argumenten goed op een rijtje, maar ze werden keer op keer onderuit gehaald doordat hij alsmaar oneigenlijk gepakt werd op zijn vermeende al te sombere houding van nihilisme en op het valselijk naar voren brengen van de feiten (lees: getallen). Beke en zeker Tobback balanceerden soms op het randje van onfatsoen.
Heb je in de gaten hoe de miskleun van Bracke in de commentaren nog steeds gebruikt wordt als argument om aan te tonen dat de N-VA zijn spoor kwijt is? Siegfried heeft veel schade aangericht. Hij moet weten dat hij net als de echte Siegrfried niet onkwetsbaar is net zo min als de partij. Hij zou er goed aan doen te dimmen. In mijn ogen heeft hij het recht verspeeld zelfstandig als woordvoerder op te treden. Het wachten is op de volgende miskleun. De man is geen politicus, maar gedraagt zich nog steeds als ware hij een zelfstandig hoofdredacteur van de Knack.
alle sterkte en alle goeds,
ggrreettzz,
Kees
Bart mag zich niet laten vangen door de redeneerzucht en het definitiegeneuk van mannetjesmakers als Besien en Beke en Tobback. Hij moet blijven bij zijn stelling: een echte staatshervorming is nog altijd essentieel omdat alleen binnen een confederatie met verregaande autonomie de voorwaarden voor economisch herstel in Vlaanderen en Wallonië gevonden kunnen worden. Niets meer en niets minder. Ik heb deze stelling uit zijn mond niet vernomen, en daarmee verzwakt hij zijn positie. Hij wordt te voorzichtig. Bart ben je in je schulp gekropen? Hij kan er van uitgaan, dat als het hem nu niet lukt nu in de regering te komen, de N-VA als vernieuwende partij is uitgespeeld. En waarom houdt hij het premierschap zo van zich af? Ook dat is zwak. Hij steekt met kop en schouders boven andere coryfeeën uit. Daar mag hij niet aan twijfelen.. Hij laat nu in Antwerpen zien dat hij het kan. En dat hij niet zoveel ambitie heeft, daar geloof ik geen barst van. Gewoon niet over lullen, als de nood(zaak) van regeringsdeelname blijkt
De kunst van een politiek debat is, je stellingen helder te houden en niet te verzanden in een feitenbrei. Onze politici voeren teveel een debat met en tegen elkaar over getallen, en dan wordt het al gauw troebel, zelfs venijnig en vergeten ze dat ze eigenlijk tegen de kiezer moeten praten: die moet hij overtuigen, en dat lukt niet met getallen. Ronald Reagan, Hans Wiegel en Pim Fortuin waren daar meesters in. Die waren ook niet te verslaan, omdat ze met hun insteek de kiezer op hun hand kregen, desnoods met foute argumenten of met halve waarheden of met een badinerende kwinkslag. Hebben jullie in de gaten hoe vals de N-VA benaderd wordt door iemand als Van Rompuy, die de partij op grond wederom van getallen,van bedrog beschuldigt?
Ik heb de indruk dat Bart te lang geduldig Gwendoline haar gang liet gaan, en niet wist hoe haar te tackelen. Natuurlijk, hij had ook zijn argumenten goed op een rijtje, maar ze werden keer op keer onderuit gehaald doordat hij alsmaar oneigenlijk gepakt werd op zijn vermeende al te sombere houding van nihilisme en op het valselijk naar voren brengen van de feiten (lees: getallen). Beke en zeker Tobback balanceerden soms op het randje van onfatsoen.
Heb je in de gaten hoe de miskleun van Bracke in de commentaren nog steeds gebruikt wordt als argument om aan te tonen dat de N-VA zijn spoor kwijt is? Siegfried heeft veel schade aangericht. Hij moet weten dat hij net als de echte Siegrfried niet onkwetsbaar is net zo min als de partij. Hij zou er goed aan doen te dimmen. In mijn ogen heeft hij het recht verspeeld zelfstandig als woordvoerder op te treden. Het wachten is op de volgende miskleun. De man is geen politicus, maar gedraagt zich nog steeds als ware hij een zelfstandig hoofdredacteur van de Knack.
alle sterkte en alle goeds,
ggrreettzz,
Kees
de zevende dag
Kijkend naar de zevende dag van afgelopen zondag, deed het me een groot genoegen om Bart de Wever weer eens aan tafel te zien aanschuiven voor een debat tussen de lijsttrekkers van de grote partijen: CD&V, SP-A, OpenVLD en Groen. Het was een boeiende en onthullende discussie, vooral ook was het interessant om te zien hoe men met von-verbale communicatie elkaar uit het zadel trachtte te wippen, of zelf in het zadel te komen. Ook Bart deed daar aan mee. Zijn gezichtsuitdrukking werd een stuk vriendelijker toen hij rechtstreeks in interactie kwam met Gwendoline Rutten, OpenVLD. Het was duidelijk dat hij Gwendoline te vriendin wenste te houden. Is het al zo duidelijk zichtbaar dat deze twee in het verborgene aftasten of zij de kern van een kabinet kunnen vormen, waarbij de SP-A eruit gekegeld wordt? Zij van de weeromstuit was zeer zelfverzekerd, ze formuleerde scherp, goed articulerend met dat strakke mondje van haar, en wist zelfs van de kruimels die op de tafel terecht kwamen als de anderen aan het woord waren nog brood te maken. Zij had haar eigen insteek gevonden: alsmaar tamboereren op samen, samen, samen, met alle aandacht voor economisch herstel en sociaal engagement, banen dus, en onderwijs, daarbij een loopje nemend met elke poging tot serieuze politieke discussie. Praten in termen van economisch herstel en sociale voorzieningen spreekt in zijn abstracties de gewone man, en dat zijn de meesten in België, minder aan dan de concreetheid van een baan, of een uitkering. Gwendoline glorieert in haar rol van aartsmoeder die de ruziënde knapen wel eens tot de orde zal roepen. Bart kon zijn rol als gedoger van vrouwelijke redeneertrant van Gwendoline, maar moeilijk staande houden, was mijn indruk. Het viel me op hoe hij meer en meer geïrriteerd raakte door haar heel eigen benadering, waarbij de feiten ondergeschikt werden gehouden aan de politieke stellingname: samen, samen en vooral no nonsense, niet nog eens blijven zeveren over een nieuwe staatshervorming en daarmee veel tijd en energie te verspillen, aldus Gwendoline. Zij had haar positie goed gekozen, zich waarschijnlijk wel bewust van de kracht van de eenvoud in haar benadering. Waar Bart met veel kennis van zake bleef argumenteren over de feiten van "buitentemperatuur en de temperatuurschommelingen in het klimaat", wierp zij zich handig en minder opvallend verstandig in de strijd met slogans over hoe we vooral samen moesten genieten van het weer, dat misschien dan wel niet zo zonnig was, maar na regen komt toch zonneschijn niet waar?
Bart mag zich niet laten vangen door de redeneerzucht en het definitiegeneuk van mannetjesmakers als Besien en Beke en Tobback. Hij moet blijven bij zijn stelling: een echte staatshervorming is nog altijd essentieel omdat alleen binnen een confederatie met verregaande autonomie de voorwaarden voor economisch herstel in Vlaanderen en Wallonië gevonden kunnen worden. Niets meer en niets minder. Ik heb deze stelling uit zijn mond niet vernomen, en daarmee verzwakt hij zijn positie. Hij wordt te voorzichtig. Bart ben je in je schulp gekropen? Hij kan er van uitgaan, dat als het hem nu niet lukt nu in de regering te komen, de N-VA als vernieuwende partij is uitgespeeld. En waarom houdt hij het premierschap zo van zich af? Ook dat is zwak. Hij steekt met kop en schouders boven andere coryfeeën uit. Daar mag hij niet aan twijfelen.. Hij laat nu in Antwerpen zien dat hij het kan. En dat hij niet zoveel ambitie heeft, daar geloof ik geen barst van. Gewoon niet over lullen, als de nood(zaak) van regeringsdeelname blijkt
De kunst van een politiek debat is, je stellingen helder te houden en niet te verzanden in een feitenbrei. Onze politici voeren teveel een debat met en tegen elkaar over getallen, en dan wordt het al gauw troebel, zelfs venijnig en vergeten ze dat ze eigenlijk tegen de kiezer moeten praten: die moet hij overtuigen, en dat lukt niet met getallen. Ronald Reagan, Hans Wiegel en Pim Fortuin waren daar meesters in. Die waren ook niet te verslaan, omdat ze met hun insteek de kiezer op hun hand kregen, desnoods met foute argumenten of met halve waarheden of met een badinerende kwinkslag. Hebben jullie in de gaten hoe vals de N-VA benaderd wordt door iemand als Van Rompuy, die de partij op grond wederom van getallen,van bedrog beschuldigt?
Ik heb de indruk dat Bart te lang geduldig Gwendoline haar gang liet gaan, en niet wist hoe haar te tackelen. Natuurlijk, hij had ook zijn argumenten goed op een rijtje, maar ze werden keer op keer onderuit gehaald doordat hij alsmaar oneigenlijk gepakt werd op zijn vermeende al te sombere houding van nihilisme en op het valselijk naar voren brengen van de feiten (lees: getallen). Beke en zeker Tobback balanceerden soms op het randje van onfatsoen.
Heb je in de gaten hoe de miskleun van Bracke in de commentaren nog steeds gebruikt wordt als argument om aan te tonen dat de N-VA zijn spoor kwijt is? Siegfried heeft veel schade aangericht. Hij moet weten dat hij net als de echte Siegrfried niet onkwetsbaar is net zo min als de partij. Hij zou er goed aan doen te dimmen. In mijn ogen heeft hij het recht verspeeld zelfstandig als woordvoerder op te treden. Het wachten is op de volgende miskleun. De man is geen politicus, maar gedraagt zich nog steeds als ware hij een zelfstandig hoofdredacteur van de Knack.
alle sterkte en alle goeds,
ggrreettzz,
Kees
Bart mag zich niet laten vangen door de redeneerzucht en het definitiegeneuk van mannetjesmakers als Besien en Beke en Tobback. Hij moet blijven bij zijn stelling: een echte staatshervorming is nog altijd essentieel omdat alleen binnen een confederatie met verregaande autonomie de voorwaarden voor economisch herstel in Vlaanderen en Wallonië gevonden kunnen worden. Niets meer en niets minder. Ik heb deze stelling uit zijn mond niet vernomen, en daarmee verzwakt hij zijn positie. Hij wordt te voorzichtig. Bart ben je in je schulp gekropen? Hij kan er van uitgaan, dat als het hem nu niet lukt nu in de regering te komen, de N-VA als vernieuwende partij is uitgespeeld. En waarom houdt hij het premierschap zo van zich af? Ook dat is zwak. Hij steekt met kop en schouders boven andere coryfeeën uit. Daar mag hij niet aan twijfelen.. Hij laat nu in Antwerpen zien dat hij het kan. En dat hij niet zoveel ambitie heeft, daar geloof ik geen barst van. Gewoon niet over lullen, als de nood(zaak) van regeringsdeelname blijkt
De kunst van een politiek debat is, je stellingen helder te houden en niet te verzanden in een feitenbrei. Onze politici voeren teveel een debat met en tegen elkaar over getallen, en dan wordt het al gauw troebel, zelfs venijnig en vergeten ze dat ze eigenlijk tegen de kiezer moeten praten: die moet hij overtuigen, en dat lukt niet met getallen. Ronald Reagan, Hans Wiegel en Pim Fortuin waren daar meesters in. Die waren ook niet te verslaan, omdat ze met hun insteek de kiezer op hun hand kregen, desnoods met foute argumenten of met halve waarheden of met een badinerende kwinkslag. Hebben jullie in de gaten hoe vals de N-VA benaderd wordt door iemand als Van Rompuy, die de partij op grond wederom van getallen,van bedrog beschuldigt?
Ik heb de indruk dat Bart te lang geduldig Gwendoline haar gang liet gaan, en niet wist hoe haar te tackelen. Natuurlijk, hij had ook zijn argumenten goed op een rijtje, maar ze werden keer op keer onderuit gehaald doordat hij alsmaar oneigenlijk gepakt werd op zijn vermeende al te sombere houding van nihilisme en op het valselijk naar voren brengen van de feiten (lees: getallen). Beke en zeker Tobback balanceerden soms op het randje van onfatsoen.
Heb je in de gaten hoe de miskleun van Bracke in de commentaren nog steeds gebruikt wordt als argument om aan te tonen dat de N-VA zijn spoor kwijt is? Siegfried heeft veel schade aangericht. Hij moet weten dat hij net als de echte Siegrfried niet onkwetsbaar is net zo min als de partij. Hij zou er goed aan doen te dimmen. In mijn ogen heeft hij het recht verspeeld zelfstandig als woordvoerder op te treden. Het wachten is op de volgende miskleun. De man is geen politicus, maar gedraagt zich nog steeds als ware hij een zelfstandig hoofdredacteur van de Knack.
alle sterkte en alle goeds,
ggrreettzz,
Kees
dinsdag 8 oktober 2013
Geloof en de theorie van Alles
Eens per kwartaal krijg ik het blad illuster toegezonden, het alumniblad van de RijksUniversiteit Utrecht. Ik kijk dat altijd met interesse in, omdat er vaak erg goede artikelen in staan, geschreven door prominenten op elk vakgebied of ook wel interviews met excellerende wetenschappers. De interviewer beperkt zich meestal niet alleen tot het vakgebied sec, maar wil ook wel eens graag de geïnterviewden verleiden over de grenzen van hun specialisme heen te gaan. Ze komen dan op glad ijs, ze weten het zelf, maar ze praten dan toch vaak met de vertrouwde beslistheid en overtuigingskracht over deze maatschappelijk relevante zaken, die echter wel buiten hun vakgebied liggen. Zo geven theologen als Huub Oosterhuis en Hans Kuehn uitspraken over sexualiteit ten beste, in het bijzonder over homosexualiteit en pedofilie, daartoe uitgenodigd door menige handige journalist. Soms geven ze dan ook nog blijk van een ontwapenende eenkennigheid, waarbij ze de aangesneden problematiek tegemoet treden met de hun in hun specialisme zo vertrouwde redeneertrant en kennis van allerlei wetmatigheden en zo de "vreemde" problematiek als het ware overrompelen en deze binnen hun vakgebied trekken, resp. door "de lichaamsvreemde problematiek" te overspoelen. Dat klopt natuurlijk niet, maar je kunt dat best vergoeilijken, al is een weerwoord dan wel op zijn plaats, zeker als er ook politieke implicaties zouden zijn, wat soms zeer zeker het geval is. Immers het is niet zo dat de argumenten aan kracht winnen als ze uitgesproken worden door een prominent iemand.
Wetenschap op topnivo vraagt heel veel aandacht, toewijding en inzet, die doorgaans ook met passie gegeven wordt. Dat kan er licht toe leiden dat de wetenschapper met zijn diepteboringen ook steeds meer weet van steeds minder. Zo kan zich de neiging ontwikkelen om de inzichten van het eigen vakgebied te verabsoluteren. Ik kan daarom begrijpen dat Gerard 't Hooft, eminent onderzoeker in de physica en nobelprijswinnaar, in het stuk in Illuster over de natuur en de natuurwetten of juist de afwezigheid daarvan, tot de volgende uitspraak komt:
"Mijn gedachte is heel simpel: in principe worden alle processen die in ons brein plaats vinden wel degelijk door natuurwetten bepaald, maar dat maakt ze niet voorspelbaar en ook niet beheersbaar.
Daarom zeg ik: ik beschik nog steeds over een vrije wil, ook al weet ik dat alles wat er in mijn hersenen gebeurt in wezen door natuurwetten wordt bepaald."
Gerard 't Hooft is een gedreven theoretisch fysicus en heeft begrijpelijk de neiging om in alles en overal het effect van de natuurwetten te zien. Nou is hij ook bepaald niet de eerste de beste; hij heeft niet voor niets de Nobelprijs voor Physica gekregen. Die erkenning tekent hem als een eminent wetenschapper, "een outstanding scientist", iemand die door zijn onderzoek en zijn inzichten wezenlijk en op excellente wijze bijgedragen heeft aan het vergroten van onze kennis en inzicht in de wetmatigheden die aan de natuur en de werkelijkheid ten grondslag liggen. Dus doe je er goed aan om aan zijn woorden serieus aandacht te geven. Ik heb dan ook met grote belangstelling zijn artikel gelezen. Op de eerste plaats omdat de natuur, en in engere zin ook de phsysica mij boeit, alhoewel ik met name van de physica weinig kennis heb, en er weinig of niets meer van begrijp. Maar de wetenschapper die zich door het niet weten en niet begrijpen laat ontmoedigen moet nog geboren worden. Het niet weten en niet begrijpen leidt tot verwondering, motiveert tot kijken en analyseren, en gaat aan kennis en inzicht vooraf. Voila, zie daar de grondhouding van de natuurwetenschapper. En daarmee zal ik als gepensioneerd maar nog steeds gepassioneerd wetenschapper Gerard 't Hooft in zijn artikel bevragen, en hier en daar ook heel eigenwijs zelf met wat beschouwing te voorschijn komen. Ik zie al de glimlach op het gezicht van Gerard.
In het bijzonder de physica is me de laatste jaren ontglipt. Ik heb onvoldoende kennis van en inzicht in de recente ontwikkelingen. Waar ik na mijn afstuderen in de biologie in 1968 nog enige jaren het idee heb gekoesterd, tenminste globaal de physica en zijn antipode de astronomie te kunnen volgen, ben ik de laatste jaren totaal het spoor bijster geraakt. Ik heb me daarmee verzoend door te bedenken dat de physica voor een belangrijk deel zichzelf aan het herhalen is: nog weer een grotere en krachtigere deeltjesversneller, weer nieuwe splitsingsproducten, en dus weer kleinere deeltjes, die soms wel en nog vaker niet bestaan. Bij mij is het denken aan subatomaire deeltjes bij het concrete vormvaste atoommodel van Bohr, met het electron, het neutron en het proton, blijven steken. Daar kon je nog aan rekenen, tegenwoordig kun je nog alleen inschatten. De bonte verzameling aan deeltjes die nog weer daarna gekomen is, is voor mij dus een brug te ver. Nou vind ik dat eigenlijk ook wel een beetje een zorgelijke ontwikkeling. Als ik, die toch een enigszins ingewijde ben, het spoor al bijster ben, hoe moet het dan hen vergaan die ver van de natuurwetenschapsbeoefening afstaan, of die überhaupt niet het voorrecht hebben gehad te kunnen studeren en in literatuur, colleges en praktika kennis te nemen van de als maar voortschrijdende wetenschappelijke inzichten. Daaronder behoren dus ook veel van de politici die over onderzoeksgelden en onderzoeksprioriteiten, en maatschappelijk belang, moeten beslissen.
Het artikel in Illuster (nr 41) handelt over verwondering als drijfveer voor wetenschappelijk handelen, en heeft de titel: "Geen verwondering zonder verklaringsdrang". Een uitspraak die ik onmiddellijk wil parafraseren met: "Zonder verwondering geen verklaring". En daar heb je het al meteen: Gerard denkt in krachten en krachtvelden. Immers een drang is een kracht. Verwondering is mijn inziens het begin, en die behoeft als menselijke respons op de waarneming niet noodzakelijk te leiden tot onderzoek, maar kan evengoed leiden tot poezie of een gedicht in een emotionele ontboezeming. Gerard is een natuurwetenschapper en zoekt naar de wetmatigheden en de oorzakelijke mechanismen die ten grondslag liggen aan de verschillende fenomenen die zich in de realiteit om ons heen aan ons voordoen, en die door beschrijvend en experimenteel onderzoek aan ons geopenbaard kunnen worden. Hij is een theoretisch physicus, en hij houdt zich bezig met onderzoek op het meest fundamentele nivo, ver buiten het directe menselijke waarnemingsvermogen. Een submicroatomaire wereld die alleen ontsloten kan worden met behulp van uiterst gesophisticeerde en kostbare apparatuur, die doorgaans ook van enorme omvang is: hoe kleiner de deeltjes hoe zwaarder en kostbaarder de apparatuur om ze direct of indirect waar te nemen en te omschrijven. Denk maar aan de deeltjesversneller van CERN.
Om maar eens met een stevige inswinger te komen, wil ik poneren dat de hier boven geschetste uitspraak van G't H dus minstens een beetje misleidend is. Zeker waar hij nog eens herhaalt te geloven dat "inderdaad de natuurwetten in het algemeen eigenlijk allesbepalend zijn". Dat hangt er maar van af op welk nivo tussen submicrocosmos en supramacrocosmos je je denken richt. Levensverrichtingen in brede zin zijn in elk geval zeker niet bepaald door de physische natuurwetten, alhoewel ze ten diepste wel een materiele grondslag hebben. Die veronderstelling resp. bewering van Gerard is een simplificatie van de werkelijkheid. Natuurlijk is het zo dat in de diepste grond voor alle materie dus ook voor de levende materie de physische wetmatigheden gelden, inclusief die van oorzaak en gevolg. De werkelijkheid van het leven is immers in laatste instantie opgebouwd uit moleculen en atomen en wat daar achter ligt. Maar daar zit geen specificiteit noch individualiteit in, en die beide aspecten zijn nu juist kenmerkend voor het leven. De atomen, en subatomaire deeltjes in de hersenen van Gerard zijn met zijn welnemen exact hetzelfde als in die van mij. Daarin ligt zowel enige troost, als het eigenlijke probleem en daarop geeft Gerard met zijn deterministische visie op de werkelijkheid geen antwoord op. De specifieke eigenaardigheden van het leven, die het leven interessant maken, bijv. intelligentie, zelfbewustzijn, en tal van levensverrichtingen kennen duidelijk eigen regels en wetmatigheden: op het nivo van de biologie, de ethologie en oecologie, de psychologie. Je zou een vergelijking kunnen maken met een huis. Een huis is opgetrokken uit beton en bakstenen met een hoop buizen en draden, en een hele rimram van schroefjes tot deurklinken en dakpannen, allemaal keurig volgens een bestek en met uitgekiende technieken geconstrueerd, en geassembleerd, in een strakke gedetermineerde (nee, niet deterministische) ordening. Maar het huis is daarmee nog geen thuis met de kenmerkende menselijke warme, en liefdevolle huiselijkheid. Te zeggen dat de bakstenen bepalen wat er aan huiselijkheid gebeurt, is onzinnig. Maar toch vormen die wel een materieel fundament dat het gezinsleven draagt, met een grotendeels statische ordening, waarop zich het leven afspeelt, in al zijn flexibiliteit, en speelsheid. Hoe belangrijk de ordening is, blijkt als er een aardbeving plaats vindt, en de zaak in elkaar stort, zoals betreurenswaardig genoeg nu weer nu in Turkije. Dan is het leven ontregeld en ontredderd, maar niet verslagen en zeker niet liefdeloos. Een tweede metafoor in een poging om dit belangrijke punt duidelijker te maken: een van de belangrijke natuurkrachten is de zwaartekracht, ontdekt en geformaliseerd door Newton, wellicht de grootste natuurkundige ooit, en waarschijnlijk ontleed, doorschouwd en verrijkt door Gerard. Dank zij de zwaartekracht zijn wij aan het oppervlak verbonden met de aarde, in een physische verhouding die wel liefdeloos is, en beschreven is (nee, niet bepaald) door de wet van de zwaartkracht (zie Wikipedia http://nl.wikipedia.org/wiki/Zwaartekracht#Formule). We vallen niet van de aarde dank zij de aantrekkingskracht van de aarde als geheel. Dezelfde zwaartekracht is, met dezelfde berekenbare wetmatigheid, bepalend voor de ordening en beweging van de planeten in banen rondom de zon, en die zijn uitgaande van de status quo verbijsterend precies voorspelbaar in tijd en plaats. Dat geldt echter niet voor ons mensen. Wij bepalen zelf waar we lopen, waar we heen gaan, wat we gaan doen. De specificiteit van ons denken, voelen en handelen heeft niets met de natuurwetten van doen. De natuurwetten hebben iets van de ezel in een tredmolen. Ik wil en kan het hier niet hebben over de wetmatigheden op het nivo van de thermodynamica en quantummechanica, en wat daar nog weer achter ligt. Daarvoor moeten we luisteren naar eminente specialisten als Gerard 't Hooft. Op dat nivo schijnen heel andere regels te gelden, en worden de eigenschappen van de materie veeleer beheerst door toeval en lijkt van enige individualiteit, specificiteit en intenti¬onaliteit helemaal geen sprake te zijn. Gerard haalt heel illustratief de kunstenaar aan die in zijn kunstzinnige uitingen een strict eigen interpretatie geeft van de werkelijkheid met een hoge mate van vrijheid ten aanzien van het werkstuk. Essentieel anders dan wat de levenloze natuur vermag. Die ligt in zijn mogelijkheden rigide vast. Alleen op grond van die rigiditeit, namelijk het vermogen uit te kristalliseren, is het Watson en Crick gelukt om door middel van Röntgendiffractie het DNA te analyseren en de opbouw in moleculaire eenheden te achterhalen. We vergeten wel eens dat het DNA in een levende cel een heel andere en dynamische organisatie moet kennen dan die kristallijne analyseerbare vorm. Op dat nivo heeft het ook geen zin meer om over het DNA op zich te praten, omdat het dan deel uitmaakt van een in hoge mate specifiek en subtiel regulerend interactiesysteem van moleculen en macromoleculen (eiwitten en RNA) structuren (membranen en organellen) en functies (bijv. enzymatische reactieketens), waarin en waarbij "recognition" een essentiele eigenschap is; heel anders, en veel ingewikkelder dan in een reageerbuis bij een of andere DNAtest. De vraag hoe een dergelijke organisatie, die zo op het eerste aanvoelen chaotisch overkomt, kan leiden tot de hoge mate van specificiteit, adaptiviteit en intentionaliteit die kenmerkend zijn voor het leven, is een groot raadsel, dat zowel bewondering als verwondering oproept. Niet voor niets dat er mensen zijn, ook (pseudo)wetenschappers, die geloven dat de mens en de hele schepping het gevolg zijn van intelligent design, en uitgedacht is en geconstrueerd is door een denkende almacht. Dit is echter geen wetenschappelijke verklaring omdat hij niet benaderbaar is. De vraag hoe het specifieke dan wel tot stand komt is machtig interessant, en wetenschappelijk zeker benaderbaar met onderzoek. Het lijkt wel zo te zijn dat "chaos", met slechts de meest fundamentele en aspecifieke kenmerken, met interacties waarbij het toeval en onbepaaldheid de hoofdrol spelen, ten diepste aan de wortel ligt van de materie en alles wat er uit ontstaan is. Het onderwerp heeft enige analogie met het ontstaan, de ontwikkeling van specifieke bouwplanpatronen uit een simpel bolletje met weinig organisatorische complexiteit, dat de eicel is. Onderzoek naar de oorsprong en het ontstaan van het heelal, waarbij deze condities lijken te gelden, begint me dit overdenkende, nog interessanter te worden. Het is verheugend dat de astronoom en natuurkundige Steven Hawkins internationaal zo bewonderd wordt en zoveel belangstelling geniet juist ook van studenten uit allerlei vakgebieden. De fascinatie die van de man uitgaat is enorm en griezelig tegelijk. Hij verbindt in zijn grote denkraam het subatomaire nivo met het stellaire en galactische nivo, op zoek naar een theorie van alles, die misschien helemaal niet bestaat. Misschien is het zelfs zo dat chaos en toevalligheid en het ontbreken van enige andere wetmatigheid de diepste grondslag vormen van ons bestaan en de kern vormen van een dergelijke theorie. Het zou kunnen dat er voor Gerard ook nog een taak is weggelegd om deze inzichten bij het publiek te brengen.
Waar het minstens duidelijk is dat op het nivo van de submicrocosmos, waar G'tH zijn inspanningen op richt, de materie onderhevig lijkt aan heel eigen physische wetmatigheden, op hogere nivo's, in de direct waarneembare materiële wereld om ons heen, zijn wel degelijk de ons vertrouwde physichchemische mechanismen en krachten werkzaam, zeg maar volgens de natuurwetten. We weten bijvoorbeeld allemaal dat processen van groei en morphogenese niet willekeurig zijn. Simpelweg gezegd, een kind lijkt op zijn ouders. Dus er zijn mechanismen werkzaam die patroonvorming en groei beheersen zelfs tot in de kleinste details. Het zal velen verbazen te horen, dat deze processen zeer geordend verlopen, en zelfs zo dat het uiteindelijke organisatiepatroon in sommige gevallen beschreven kan worden met eenvoudige wiskundige formules. De gulden snede is een bekend voorbeeld (zie Wikipedia). Uit mijn eigen vakgebied kan ik als voorbeeld aanhalen dat het aantal aan de buitenkant waarneembare celgrenzen van een 32-cellig slakkenembryo precies hetzelfde is als het aantal naden bij een leren voetbal en gerangschikt zijn in een vast aantal 5- en 6-hoeken. Merkwaardig nietwaar? Zou je 32 zeepbellen op elkaar kunnen plaatsen, dan kreeg je precies hetzelfde patroon. Veel meer van dit soort relaties waar physisch/chemische mechanismen aan het werk zijn, vindt je in het boek Wiskundeboek, Clifford A. Pickover, 2010.
Het is dus zo dat Gerard 't Hooft ten dele zeker gelijk heeft met zijn uitspraak, maar zeer zeker waar het de levende materie betreft niet in absolute zin.
Wetenschap op topnivo vraagt heel veel aandacht, toewijding en inzet, die doorgaans ook met passie gegeven wordt. Dat kan er licht toe leiden dat de wetenschapper met zijn diepteboringen ook steeds meer weet van steeds minder. Zo kan zich de neiging ontwikkelen om de inzichten van het eigen vakgebied te verabsoluteren. Ik kan daarom begrijpen dat Gerard 't Hooft, eminent onderzoeker in de physica en nobelprijswinnaar, in het stuk in Illuster over de natuur en de natuurwetten of juist de afwezigheid daarvan, tot de volgende uitspraak komt:
"Mijn gedachte is heel simpel: in principe worden alle processen die in ons brein plaats vinden wel degelijk door natuurwetten bepaald, maar dat maakt ze niet voorspelbaar en ook niet beheersbaar.
Daarom zeg ik: ik beschik nog steeds over een vrije wil, ook al weet ik dat alles wat er in mijn hersenen gebeurt in wezen door natuurwetten wordt bepaald."
Gerard 't Hooft is een gedreven theoretisch fysicus en heeft begrijpelijk de neiging om in alles en overal het effect van de natuurwetten te zien. Nou is hij ook bepaald niet de eerste de beste; hij heeft niet voor niets de Nobelprijs voor Physica gekregen. Die erkenning tekent hem als een eminent wetenschapper, "een outstanding scientist", iemand die door zijn onderzoek en zijn inzichten wezenlijk en op excellente wijze bijgedragen heeft aan het vergroten van onze kennis en inzicht in de wetmatigheden die aan de natuur en de werkelijkheid ten grondslag liggen. Dus doe je er goed aan om aan zijn woorden serieus aandacht te geven. Ik heb dan ook met grote belangstelling zijn artikel gelezen. Op de eerste plaats omdat de natuur, en in engere zin ook de phsysica mij boeit, alhoewel ik met name van de physica weinig kennis heb, en er weinig of niets meer van begrijp. Maar de wetenschapper die zich door het niet weten en niet begrijpen laat ontmoedigen moet nog geboren worden. Het niet weten en niet begrijpen leidt tot verwondering, motiveert tot kijken en analyseren, en gaat aan kennis en inzicht vooraf. Voila, zie daar de grondhouding van de natuurwetenschapper. En daarmee zal ik als gepensioneerd maar nog steeds gepassioneerd wetenschapper Gerard 't Hooft in zijn artikel bevragen, en hier en daar ook heel eigenwijs zelf met wat beschouwing te voorschijn komen. Ik zie al de glimlach op het gezicht van Gerard.
In het bijzonder de physica is me de laatste jaren ontglipt. Ik heb onvoldoende kennis van en inzicht in de recente ontwikkelingen. Waar ik na mijn afstuderen in de biologie in 1968 nog enige jaren het idee heb gekoesterd, tenminste globaal de physica en zijn antipode de astronomie te kunnen volgen, ben ik de laatste jaren totaal het spoor bijster geraakt. Ik heb me daarmee verzoend door te bedenken dat de physica voor een belangrijk deel zichzelf aan het herhalen is: nog weer een grotere en krachtigere deeltjesversneller, weer nieuwe splitsingsproducten, en dus weer kleinere deeltjes, die soms wel en nog vaker niet bestaan. Bij mij is het denken aan subatomaire deeltjes bij het concrete vormvaste atoommodel van Bohr, met het electron, het neutron en het proton, blijven steken. Daar kon je nog aan rekenen, tegenwoordig kun je nog alleen inschatten. De bonte verzameling aan deeltjes die nog weer daarna gekomen is, is voor mij dus een brug te ver. Nou vind ik dat eigenlijk ook wel een beetje een zorgelijke ontwikkeling. Als ik, die toch een enigszins ingewijde ben, het spoor al bijster ben, hoe moet het dan hen vergaan die ver van de natuurwetenschapsbeoefening afstaan, of die überhaupt niet het voorrecht hebben gehad te kunnen studeren en in literatuur, colleges en praktika kennis te nemen van de als maar voortschrijdende wetenschappelijke inzichten. Daaronder behoren dus ook veel van de politici die over onderzoeksgelden en onderzoeksprioriteiten, en maatschappelijk belang, moeten beslissen.
Het artikel in Illuster (nr 41) handelt over verwondering als drijfveer voor wetenschappelijk handelen, en heeft de titel: "Geen verwondering zonder verklaringsdrang". Een uitspraak die ik onmiddellijk wil parafraseren met: "Zonder verwondering geen verklaring". En daar heb je het al meteen: Gerard denkt in krachten en krachtvelden. Immers een drang is een kracht. Verwondering is mijn inziens het begin, en die behoeft als menselijke respons op de waarneming niet noodzakelijk te leiden tot onderzoek, maar kan evengoed leiden tot poezie of een gedicht in een emotionele ontboezeming. Gerard is een natuurwetenschapper en zoekt naar de wetmatigheden en de oorzakelijke mechanismen die ten grondslag liggen aan de verschillende fenomenen die zich in de realiteit om ons heen aan ons voordoen, en die door beschrijvend en experimenteel onderzoek aan ons geopenbaard kunnen worden. Hij is een theoretisch physicus, en hij houdt zich bezig met onderzoek op het meest fundamentele nivo, ver buiten het directe menselijke waarnemingsvermogen. Een submicroatomaire wereld die alleen ontsloten kan worden met behulp van uiterst gesophisticeerde en kostbare apparatuur, die doorgaans ook van enorme omvang is: hoe kleiner de deeltjes hoe zwaarder en kostbaarder de apparatuur om ze direct of indirect waar te nemen en te omschrijven. Denk maar aan de deeltjesversneller van CERN.
Om maar eens met een stevige inswinger te komen, wil ik poneren dat de hier boven geschetste uitspraak van G't H dus minstens een beetje misleidend is. Zeker waar hij nog eens herhaalt te geloven dat "inderdaad de natuurwetten in het algemeen eigenlijk allesbepalend zijn". Dat hangt er maar van af op welk nivo tussen submicrocosmos en supramacrocosmos je je denken richt. Levensverrichtingen in brede zin zijn in elk geval zeker niet bepaald door de physische natuurwetten, alhoewel ze ten diepste wel een materiele grondslag hebben. Die veronderstelling resp. bewering van Gerard is een simplificatie van de werkelijkheid. Natuurlijk is het zo dat in de diepste grond voor alle materie dus ook voor de levende materie de physische wetmatigheden gelden, inclusief die van oorzaak en gevolg. De werkelijkheid van het leven is immers in laatste instantie opgebouwd uit moleculen en atomen en wat daar achter ligt. Maar daar zit geen specificiteit noch individualiteit in, en die beide aspecten zijn nu juist kenmerkend voor het leven. De atomen, en subatomaire deeltjes in de hersenen van Gerard zijn met zijn welnemen exact hetzelfde als in die van mij. Daarin ligt zowel enige troost, als het eigenlijke probleem en daarop geeft Gerard met zijn deterministische visie op de werkelijkheid geen antwoord op. De specifieke eigenaardigheden van het leven, die het leven interessant maken, bijv. intelligentie, zelfbewustzijn, en tal van levensverrichtingen kennen duidelijk eigen regels en wetmatigheden: op het nivo van de biologie, de ethologie en oecologie, de psychologie. Je zou een vergelijking kunnen maken met een huis. Een huis is opgetrokken uit beton en bakstenen met een hoop buizen en draden, en een hele rimram van schroefjes tot deurklinken en dakpannen, allemaal keurig volgens een bestek en met uitgekiende technieken geconstrueerd, en geassembleerd, in een strakke gedetermineerde (nee, niet deterministische) ordening. Maar het huis is daarmee nog geen thuis met de kenmerkende menselijke warme, en liefdevolle huiselijkheid. Te zeggen dat de bakstenen bepalen wat er aan huiselijkheid gebeurt, is onzinnig. Maar toch vormen die wel een materieel fundament dat het gezinsleven draagt, met een grotendeels statische ordening, waarop zich het leven afspeelt, in al zijn flexibiliteit, en speelsheid. Hoe belangrijk de ordening is, blijkt als er een aardbeving plaats vindt, en de zaak in elkaar stort, zoals betreurenswaardig genoeg nu weer nu in Turkije. Dan is het leven ontregeld en ontredderd, maar niet verslagen en zeker niet liefdeloos. Een tweede metafoor in een poging om dit belangrijke punt duidelijker te maken: een van de belangrijke natuurkrachten is de zwaartekracht, ontdekt en geformaliseerd door Newton, wellicht de grootste natuurkundige ooit, en waarschijnlijk ontleed, doorschouwd en verrijkt door Gerard. Dank zij de zwaartekracht zijn wij aan het oppervlak verbonden met de aarde, in een physische verhouding die wel liefdeloos is, en beschreven is (nee, niet bepaald) door de wet van de zwaartkracht (zie Wikipedia http://nl.wikipedia.org/wiki/Zwaartekracht#Formule). We vallen niet van de aarde dank zij de aantrekkingskracht van de aarde als geheel. Dezelfde zwaartekracht is, met dezelfde berekenbare wetmatigheid, bepalend voor de ordening en beweging van de planeten in banen rondom de zon, en die zijn uitgaande van de status quo verbijsterend precies voorspelbaar in tijd en plaats. Dat geldt echter niet voor ons mensen. Wij bepalen zelf waar we lopen, waar we heen gaan, wat we gaan doen. De specificiteit van ons denken, voelen en handelen heeft niets met de natuurwetten van doen. De natuurwetten hebben iets van de ezel in een tredmolen. Ik wil en kan het hier niet hebben over de wetmatigheden op het nivo van de thermodynamica en quantummechanica, en wat daar nog weer achter ligt. Daarvoor moeten we luisteren naar eminente specialisten als Gerard 't Hooft. Op dat nivo schijnen heel andere regels te gelden, en worden de eigenschappen van de materie veeleer beheerst door toeval en lijkt van enige individualiteit, specificiteit en intenti¬onaliteit helemaal geen sprake te zijn. Gerard haalt heel illustratief de kunstenaar aan die in zijn kunstzinnige uitingen een strict eigen interpretatie geeft van de werkelijkheid met een hoge mate van vrijheid ten aanzien van het werkstuk. Essentieel anders dan wat de levenloze natuur vermag. Die ligt in zijn mogelijkheden rigide vast. Alleen op grond van die rigiditeit, namelijk het vermogen uit te kristalliseren, is het Watson en Crick gelukt om door middel van Röntgendiffractie het DNA te analyseren en de opbouw in moleculaire eenheden te achterhalen. We vergeten wel eens dat het DNA in een levende cel een heel andere en dynamische organisatie moet kennen dan die kristallijne analyseerbare vorm. Op dat nivo heeft het ook geen zin meer om over het DNA op zich te praten, omdat het dan deel uitmaakt van een in hoge mate specifiek en subtiel regulerend interactiesysteem van moleculen en macromoleculen (eiwitten en RNA) structuren (membranen en organellen) en functies (bijv. enzymatische reactieketens), waarin en waarbij "recognition" een essentiele eigenschap is; heel anders, en veel ingewikkelder dan in een reageerbuis bij een of andere DNAtest. De vraag hoe een dergelijke organisatie, die zo op het eerste aanvoelen chaotisch overkomt, kan leiden tot de hoge mate van specificiteit, adaptiviteit en intentionaliteit die kenmerkend zijn voor het leven, is een groot raadsel, dat zowel bewondering als verwondering oproept. Niet voor niets dat er mensen zijn, ook (pseudo)wetenschappers, die geloven dat de mens en de hele schepping het gevolg zijn van intelligent design, en uitgedacht is en geconstrueerd is door een denkende almacht. Dit is echter geen wetenschappelijke verklaring omdat hij niet benaderbaar is. De vraag hoe het specifieke dan wel tot stand komt is machtig interessant, en wetenschappelijk zeker benaderbaar met onderzoek. Het lijkt wel zo te zijn dat "chaos", met slechts de meest fundamentele en aspecifieke kenmerken, met interacties waarbij het toeval en onbepaaldheid de hoofdrol spelen, ten diepste aan de wortel ligt van de materie en alles wat er uit ontstaan is. Het onderwerp heeft enige analogie met het ontstaan, de ontwikkeling van specifieke bouwplanpatronen uit een simpel bolletje met weinig organisatorische complexiteit, dat de eicel is. Onderzoek naar de oorsprong en het ontstaan van het heelal, waarbij deze condities lijken te gelden, begint me dit overdenkende, nog interessanter te worden. Het is verheugend dat de astronoom en natuurkundige Steven Hawkins internationaal zo bewonderd wordt en zoveel belangstelling geniet juist ook van studenten uit allerlei vakgebieden. De fascinatie die van de man uitgaat is enorm en griezelig tegelijk. Hij verbindt in zijn grote denkraam het subatomaire nivo met het stellaire en galactische nivo, op zoek naar een theorie van alles, die misschien helemaal niet bestaat. Misschien is het zelfs zo dat chaos en toevalligheid en het ontbreken van enige andere wetmatigheid de diepste grondslag vormen van ons bestaan en de kern vormen van een dergelijke theorie. Het zou kunnen dat er voor Gerard ook nog een taak is weggelegd om deze inzichten bij het publiek te brengen.
Waar het minstens duidelijk is dat op het nivo van de submicrocosmos, waar G'tH zijn inspanningen op richt, de materie onderhevig lijkt aan heel eigen physische wetmatigheden, op hogere nivo's, in de direct waarneembare materiële wereld om ons heen, zijn wel degelijk de ons vertrouwde physichchemische mechanismen en krachten werkzaam, zeg maar volgens de natuurwetten. We weten bijvoorbeeld allemaal dat processen van groei en morphogenese niet willekeurig zijn. Simpelweg gezegd, een kind lijkt op zijn ouders. Dus er zijn mechanismen werkzaam die patroonvorming en groei beheersen zelfs tot in de kleinste details. Het zal velen verbazen te horen, dat deze processen zeer geordend verlopen, en zelfs zo dat het uiteindelijke organisatiepatroon in sommige gevallen beschreven kan worden met eenvoudige wiskundige formules. De gulden snede is een bekend voorbeeld (zie Wikipedia). Uit mijn eigen vakgebied kan ik als voorbeeld aanhalen dat het aantal aan de buitenkant waarneembare celgrenzen van een 32-cellig slakkenembryo precies hetzelfde is als het aantal naden bij een leren voetbal en gerangschikt zijn in een vast aantal 5- en 6-hoeken. Merkwaardig nietwaar? Zou je 32 zeepbellen op elkaar kunnen plaatsen, dan kreeg je precies hetzelfde patroon. Veel meer van dit soort relaties waar physisch/chemische mechanismen aan het werk zijn, vindt je in het boek Wiskundeboek, Clifford A. Pickover, 2010.
Het is dus zo dat Gerard 't Hooft ten dele zeker gelijk heeft met zijn uitspraak, maar zeer zeker waar het de levende materie betreft niet in absolute zin.
Labels:
Descartes,
filosofie,
fysica,
geloof,
Gerard 't Hooft,
grondslagen,
horizon,
natuurfiiosofie,
ongeloof,
opapake,
religie,
Theoretische Physica,
wetenschap
maandag 7 oktober 2013
Evolutie als bijgeloof
Nu er, veel aandacht uitgaat naar Charles Darwin, moeten we ook even stil te staan bij Richard Dawkins, zijn volgeling en protagonist. Waar ik de eerste bewonder om zijn originele inzichten, wijs ik de tweede resoluut af om zijn kritiekloze adoratie van dezelfde inzichten, en de verkwanseling daarvan in zijn strijd tegen "god en gebod". Oh, Dawkins staat in de belangstelling, niet om zijn inzichten als bioloog, maar omdat hij deze misbruikt als gangmaker in een "kruistocht" tegen gelovig leven. Hij doet daarmee het omgekeerde van wat de Roomse Kerk gedaan heeft tegen Galileo, maar hij maakt dezelfde fout, namelijk het door elkaar halen van twee verschillende realms: die van de ratio, de fysische wereld, met zijn natuurwetenschappelijke wetmatigheden én de wereld van de metafysica, met zijn gelovige, empathische inzichten. Het venijn druppelt uit zijn uitspraak: "Als Christus nu geleefd had, was hij atheïst geweest. Dat is hem kwalijk te nemen. Zijn standpunt is mutatis mutandis even laakbaar en kwetsend als dat van de Britse bisschop Richard Williamson, die evenmin geloof kan hechten aan wat de geschiedenis aandraagt en "die de holocaust ontkent.
Waar Dawkins zijn wetenschappelijke mondje best kan roeren, getuigt hij van onthutsend en beschamend achterlijke opvattingen over God en Geloof. Zozeer zelfs dat hij de indruk wekt persoonlijke genoegdoening na te jagen. Het is ridicuul om te schermen met uitspraken als: "Water kan niet in wijn veranderen"; "over water kun je niet lopen"; "ik heb nog nooit iemand uit de dood zien opstaan". Dat zijn immers allemaal waarheden als een koe. Het gaat in die verhalen om afbeeldingen van de werkelijkheid, die juist omdat ze niet de werkelijkheid zelf zijn, iets kunnen duidelijk maken wat niet rationeel analyseerbaar is, net zoals in de kunst. Maar we moeten wel aannemen dat hij, Dawkins, gezien zijn uitspraken een concreet beeld heeft van de god die hij zo stellig afwijst, zijn Godsbeeld. Hij houdt er dus een persoonlijk gekleurd beeld van god op na; een god met gestalte, vorm en inhoud. Professor Dawkins heeft dan dus een afbeelding gemaakt van wie en wat god is, om dan te zeggen: nee hoor, zoiets zo iemand bestaat niet. Logisch, want wat moeten we aanvangen met zo'n god van eigen maaksel, zo'n afgod. Dawkins doet dan ook net datgene waar in alle religies voor wordt gewaarschuwd: maak geen beeld van god. Sommige religies, zoals het Jodendom, verbieden dat zelfs categorisch. Een inzicht dat teruggaat op Mozes, die net afgedaald van de berg Sinai, het beeld van god dat het volk gemaakt had, dat gouden kalf, in stukken smeet. In het Jodendom wordt het heel expliciet gezegd: God (YHWH) is de altijd andere. Hij heeft zelfs geen naam, iets wat wij mensen wel hebben. Als je al niet weet waar je het over hebt, hoe kun je dan zo zeker weten dat hetgeen je niet weet niet bestaat ?
De grote fout van Dawkins is, dat hij de realiteit en het leven op eigen maat snijdt, alsof er niets meer is dan dat wat hij ziet, hoort, voelt, ruikt, en wat hij kan meten. Dat is een gevaarlijke houding want dan heb je overal een concreet antwoord op, en dat leidt vroeg of laat tot isolement en zelfverheerlijking. Immers, gevoel, aanvoelen, meevoelen wordt dan uitgesloten. Empathisch vermogen en het toelaten van vragen waar je géén passend antwoord op hebt, en ook niet zult krijgen, is een essentieel aspect van menszijn. Dawkins echter ridiculiseert gelovige inzichten en verwijst die naar fabeltjesland. Hij heeft niet in de gaten dat geloof alleen maar verstaan kan worden als mens levend in een gemeenschap, in een volk onderweg, met een geschiedenis. In de overgeleverde verhalen van dat volk over hun verlangen, strijd, mislukking, hoop, triomf werd en wordt in de grote verhalen van de mensheid, de Mahabaratha, de Thora, de Talmoed, de bijbel, de Koran iets geopenbaard dat verder reikt dan het individuele onvolmaakte, dat de kleinmenselijke kommer en kwel èn de persoonlijke gelukservaring overstijgt en opneemt; dat reikt naar het sublieme, naar het bovenmenselijke. Sprekend in en door de verhalen, daar is God. Het inzicht van Evolutie is ook op verhalen gebaseerd, namelijk het verhaal van de fossielen. Dawkins gelooft voetstuks in dat verhaal, en gelooft meer dan hij zich realiseert, en misschien meer dan hem lief is.
Nee, mijnheer Dawkins, God is zeker niet die man met baard rustend op een wolk, zoals uitgebeeld door MichelAngelo. Van het goddelijke, is geen beeld te maken, en je mag er zeker geen privébeeld van maken. Dat zou afgoderij zijn. Alleen zo kun je begrijpen dat "leven na de dood" kan inhouden dat "er voor de nabestaande(n) leven kan zijn na jouw dood", en dat je leven in het lichaam van de hele gemeenschap, "De Christus", door kan gaan en daarin door kan klinken en vruchtbaar kan zijn, zoals Paulus verhaalt." Voor macro-individualist en mega-realist Dawkins, is dat luchtledige praat; voor hem houdt alles op als hij sterft, en hij zal t.z.t. wel om euthanasie vragen, en hij zal snel vergeten zijn, omdat hij geen geloof, hoop en liefde kent.
Ik heb vooral bezwaar tegen het antireligieus fanatisme waarmee Dawkins aan de ene kant de atheïstische levenshouding verdedigt en propageert, en anderzijds op agressieve wijze met een beroep op zijn wetenschappelijke inzichten gelovig leven verkettert. Hier zou een wat meer bezonnen en vooral bescheiden beschouwing op zijn plaats zijn. Er ontbreekt nogal wat aan de evolutietheorie namelijk. Het is dan ook een theorie, dat wil zeggen geen wetmatigheid. Laten we even wel wezen, we hebben alleen een vage notie van de biochemische en biophysische mechanismen die de evolutie gedragen zouden kunnen hebben en ook nu nog zouden moeten dragen. Darwin's postulaat "survival of the fittest" is even charmant als simpel en mager, en geeft in feite, wederom in natuurwetenschappelijke zin, geen causale verklaring. Eigenlijk redeneert Darwin daarmee naar zijn doel toe. Immers hij zegt impliciet, de individuen die overblijven zullen wel het best aangepast zijn geweest, en daarom zijn ze overgebleven. Dat riekt stevig naar een kringredenering. Als je alles aanneemt, kun je alles bewijzen, hoorde ik vroeger. Op essentiële aspecten van het leven wordt helemaal niet ingegaan. Ter verduidelijking het volgende. Als je natuurlijke selectie aanneemt dan is genetische recombinatie als mechanisme voor het ontstaan van variatie binnen de soorten essentieel. De basis daarvoor is onder andere seksuele voortplanting, ten minste bij vertebaten. Nou is dat weer afhankelijk van het sexueel dimorphisme, met de prachtige fine tuning in anatomische en fysiologische maar ook karakterologische verschillen tussen de beide sexen. Waardoor zijn deze verschillen ontstaan en hoe zijn ze geëvolueerd? Niemand die daar iets zinnigs over kan zeggen. De wetenschap lijkt zich daar ook niet druk om te maken. In de verhalen van de mens, die naar antwoorden zocht, wordt met het scheppingsverhaal tenminste nog een poging gedaan. De evolutietheorie staat echter sowieso al als een dijk, wat moet je dan nog? Ik roep dan toch in herinnering dat wetenschappelijke vooruitgang alleen gewaarborgd is bij een kritisch wetenschappelijke houding van vragen, van je afvragen. Theorieën moeten gefalsificeerd worden en niet bevestigd.
=
Waar Dawkins zijn wetenschappelijke mondje best kan roeren, getuigt hij van onthutsend en beschamend achterlijke opvattingen over God en Geloof. Zozeer zelfs dat hij de indruk wekt persoonlijke genoegdoening na te jagen. Het is ridicuul om te schermen met uitspraken als: "Water kan niet in wijn veranderen"; "over water kun je niet lopen"; "ik heb nog nooit iemand uit de dood zien opstaan". Dat zijn immers allemaal waarheden als een koe. Het gaat in die verhalen om afbeeldingen van de werkelijkheid, die juist omdat ze niet de werkelijkheid zelf zijn, iets kunnen duidelijk maken wat niet rationeel analyseerbaar is, net zoals in de kunst. Maar we moeten wel aannemen dat hij, Dawkins, gezien zijn uitspraken een concreet beeld heeft van de god die hij zo stellig afwijst, zijn Godsbeeld. Hij houdt er dus een persoonlijk gekleurd beeld van god op na; een god met gestalte, vorm en inhoud. Professor Dawkins heeft dan dus een afbeelding gemaakt van wie en wat god is, om dan te zeggen: nee hoor, zoiets zo iemand bestaat niet. Logisch, want wat moeten we aanvangen met zo'n god van eigen maaksel, zo'n afgod. Dawkins doet dan ook net datgene waar in alle religies voor wordt gewaarschuwd: maak geen beeld van god. Sommige religies, zoals het Jodendom, verbieden dat zelfs categorisch. Een inzicht dat teruggaat op Mozes, die net afgedaald van de berg Sinai, het beeld van god dat het volk gemaakt had, dat gouden kalf, in stukken smeet. In het Jodendom wordt het heel expliciet gezegd: God (YHWH) is de altijd andere. Hij heeft zelfs geen naam, iets wat wij mensen wel hebben. Als je al niet weet waar je het over hebt, hoe kun je dan zo zeker weten dat hetgeen je niet weet niet bestaat ?
De grote fout van Dawkins is, dat hij de realiteit en het leven op eigen maat snijdt, alsof er niets meer is dan dat wat hij ziet, hoort, voelt, ruikt, en wat hij kan meten. Dat is een gevaarlijke houding want dan heb je overal een concreet antwoord op, en dat leidt vroeg of laat tot isolement en zelfverheerlijking. Immers, gevoel, aanvoelen, meevoelen wordt dan uitgesloten. Empathisch vermogen en het toelaten van vragen waar je géén passend antwoord op hebt, en ook niet zult krijgen, is een essentieel aspect van menszijn. Dawkins echter ridiculiseert gelovige inzichten en verwijst die naar fabeltjesland. Hij heeft niet in de gaten dat geloof alleen maar verstaan kan worden als mens levend in een gemeenschap, in een volk onderweg, met een geschiedenis. In de overgeleverde verhalen van dat volk over hun verlangen, strijd, mislukking, hoop, triomf werd en wordt in de grote verhalen van de mensheid, de Mahabaratha, de Thora, de Talmoed, de bijbel, de Koran iets geopenbaard dat verder reikt dan het individuele onvolmaakte, dat de kleinmenselijke kommer en kwel èn de persoonlijke gelukservaring overstijgt en opneemt; dat reikt naar het sublieme, naar het bovenmenselijke. Sprekend in en door de verhalen, daar is God. Het inzicht van Evolutie is ook op verhalen gebaseerd, namelijk het verhaal van de fossielen. Dawkins gelooft voetstuks in dat verhaal, en gelooft meer dan hij zich realiseert, en misschien meer dan hem lief is.
Nee, mijnheer Dawkins, God is zeker niet die man met baard rustend op een wolk, zoals uitgebeeld door MichelAngelo. Van het goddelijke, is geen beeld te maken, en je mag er zeker geen privébeeld van maken. Dat zou afgoderij zijn. Alleen zo kun je begrijpen dat "leven na de dood" kan inhouden dat "er voor de nabestaande(n) leven kan zijn na jouw dood", en dat je leven in het lichaam van de hele gemeenschap, "De Christus", door kan gaan en daarin door kan klinken en vruchtbaar kan zijn, zoals Paulus verhaalt." Voor macro-individualist en mega-realist Dawkins, is dat luchtledige praat; voor hem houdt alles op als hij sterft, en hij zal t.z.t. wel om euthanasie vragen, en hij zal snel vergeten zijn, omdat hij geen geloof, hoop en liefde kent.
Ik heb vooral bezwaar tegen het antireligieus fanatisme waarmee Dawkins aan de ene kant de atheïstische levenshouding verdedigt en propageert, en anderzijds op agressieve wijze met een beroep op zijn wetenschappelijke inzichten gelovig leven verkettert. Hier zou een wat meer bezonnen en vooral bescheiden beschouwing op zijn plaats zijn. Er ontbreekt nogal wat aan de evolutietheorie namelijk. Het is dan ook een theorie, dat wil zeggen geen wetmatigheid. Laten we even wel wezen, we hebben alleen een vage notie van de biochemische en biophysische mechanismen die de evolutie gedragen zouden kunnen hebben en ook nu nog zouden moeten dragen. Darwin's postulaat "survival of the fittest" is even charmant als simpel en mager, en geeft in feite, wederom in natuurwetenschappelijke zin, geen causale verklaring. Eigenlijk redeneert Darwin daarmee naar zijn doel toe. Immers hij zegt impliciet, de individuen die overblijven zullen wel het best aangepast zijn geweest, en daarom zijn ze overgebleven. Dat riekt stevig naar een kringredenering. Als je alles aanneemt, kun je alles bewijzen, hoorde ik vroeger. Op essentiële aspecten van het leven wordt helemaal niet ingegaan. Ter verduidelijking het volgende. Als je natuurlijke selectie aanneemt dan is genetische recombinatie als mechanisme voor het ontstaan van variatie binnen de soorten essentieel. De basis daarvoor is onder andere seksuele voortplanting, ten minste bij vertebaten. Nou is dat weer afhankelijk van het sexueel dimorphisme, met de prachtige fine tuning in anatomische en fysiologische maar ook karakterologische verschillen tussen de beide sexen. Waardoor zijn deze verschillen ontstaan en hoe zijn ze geëvolueerd? Niemand die daar iets zinnigs over kan zeggen. De wetenschap lijkt zich daar ook niet druk om te maken. In de verhalen van de mens, die naar antwoorden zocht, wordt met het scheppingsverhaal tenminste nog een poging gedaan. De evolutietheorie staat echter sowieso al als een dijk, wat moet je dan nog? Ik roep dan toch in herinnering dat wetenschappelijke vooruitgang alleen gewaarborgd is bij een kritisch wetenschappelijke houding van vragen, van je afvragen. Theorieën moeten gefalsificeerd worden en niet bevestigd.
=
Dick Swaab, een granulair denker
Dick Swaab: granulair denker?
Eind 1988 ontdekte hij dat het
homosexuele brein er iets anders uitziet dan het heterosexuele brein. De
Nederlandse neurowetenschapper Dick Swaab over de impact van de baarmoeder…
Nu de discussie over
homosexualiteit in de samenleving weer is opgelaaid, vooral door de controversiële
standpunten binnen de Kerk van Rome, werkt het Knack-interview van Joël de Cuelaer met Dick Swaab voor het Belgische tijdschrift De Knack als een aanjager. Dick
Swaab, een bekend neurobioloog, claimt dat hij in zijn onderzoek bijzonderheden heeft gevonden in de morfologie
van de hersenen van homosexuelen, die volgens hem de stelling steunen dat de
voorkeur van deze mensen voor hun sexuele zijnswijze veroorzaakt wordt door de
specifieke structuur, en de daaraan gekoppelde functies, van een bepaald omschreven
hersengebiedje. Iets dergelijks zou mutatis
mutandis volgens Swaab ook gelden
voor pedofilie en transsexualiteit. Hij extrapoleert deze stelling vervolgens naar
de opvatting: “Wij zijn ons brein”, zoals hij inhoudelijk uit de doeken doet in
zijn gelijknamige boek, met de suggestie dat voor elk aberrant gedrag er een
plekje in de hersenen is aan te wijzen dat afwijkend is van structuur (en
functie?). Nou zal ons brein als complex coördinatie- en integratiecentrum en
zetel van ons geheugen en bewustzijn wel overal bij betrokken zijn, maar juist
dat interrelationele, krijgt in deze opvatting van Swaab te weinig nadruk. Swaab
wil in zijn redeneringen en conclusies de mens en de functies in zijn mens-zijn
kennelijk vastpinnen op concrete plekjes
in de hersenen die zich morfologisch onderscheiden van overeenkomstig
plekjes in de hersenen van “normale” (modale) individuen. Hij koestert de twijfelachtige
veronderstelling dat als je maar een kenmerkend stukje morfologie kunt
aanwijzen, je ook de meteen de oorzaak te pakken hebt van het fenomeen dat onderzocht
wordt. Ik meen dat hij zich daarmee
schuldig maakt aan reductionistisch, granulair denken: er is een fenomeen (een
menselijke gedragswijze); ik zie een afwijkende knobbeltje in de hersenen;
conclusie: dat knobbeltje moet de oorzaak zijn. Ik vind dat een dergelijke gedachtengang,
hoe verleidelijk ook, sterk misleidend is, omdat daarmee ten onrechte de indruk
wordt gewekt, dat de ultieme verklaring wordt gegeven en het laatste woord daarmee
is gezegd. Dit komt me voor als een extreme versimpeling van de feiten, en een
dito overschatting van het belang van de eigen bevindingen. Wie we zijn wordt mijns
inziens niet bepaald door een plekje in de hersenen noch door de hersenen als geheel,
maar is het resultaat van een proces van wording en ontwikkeling door groei en samengaande
interacties van structuren en functies op alle verscheiden nivo’s, van moleculair
tot organismaal en psychosociaal, waarbij het brein van het individu als
centrum van geheugen en bewustzijn uiteindelijk inderdaad een bijzondere plaats
inneemt.
In de weergave van interviewer Joel de
Cuelaer is voor Swaab de
conclusie echter duidelijk, (in mijn eigen woorden): de verschillende sexuele
zijnswijzen stoelen op een biologisch gefundeerd complex van oorzaak en gevolg,
en zijn niet te herleiden naar psychologische aberraties (zoals Het Vaticaan recentelijk
nog wel beweerde), noch naar bewuste keuzes van het individu. Uitgaande van de
in het interview weergegeven interpretatie van de onderzoeksgegevens meent Swaab dat iemand die na zijn/haar
adolescentie homosexueel blijkt te zijn, of pedofiel of transsexueel, daartoe al
in de baarmoeder is geprogrammeerd en gedetermineerd. Dit is opnieuw wel een
heel gewaagde stelling die onmogelijk meer kan zijn dan een veronderstelling.
Immers onmiddellijk rijst de vraag: “Hoe weet hij dat?” en “Waaruit concludeert
hij dat?” Ik heb persoonlijk nog nooit een foetus ontmoet die sexueel actief
is. Misschien heeft Swaab foetale hersenen onderzocht en het door hem bedoelde structuurtje gezien, maar dan weet
hij uiteraard niet wat later het gender zal gaan worden. Ik denk daarom dat de
in het artikel gepresenteerde waarnemingen zijn conclusies niet dragen en dat Swaab met zijn hypothesen de toets der
kritiek niet kan doorstaan. Hij gaat als wetenschapper veel te ver door zijn
veronderstellingen te presenteren als feiten. Gezien de maatschappelijke impact
van zijn onderzoek en de conclusies die er uit getrokken worden, is een
kritische evaluatie dan ook zeer op zijn plaats. Ik herinner aan de recente
uitspraken van Aartsbisschop Léonard (België),
en Nederland kent zijn conservatieve counterparts, die het omgekeerde beweert,
namelijk dat homosexualiteit een psychologisch bepaalde aberratie is, die door
bidden en therapie genezen zou kunnen en
moeten worden. Léonard heeft met zijn
mening, die overduidelijk slechts geschraagd wordt door een bijbels geïnspireerd
vooroordeel en wellicht persoonlijke problematiek, veel stof doen opwaaien. Een
zuivere meningsvorming, in een menselijke benadering van deze problematiek, vereist een zuivere
discussie. Dat was mijn motivatie voor deze bijdrage.
Wil je een causale relatie
aantonen tussen hersenstructuren en specifiek gedrag of neiging, zijn in
principe de experimenteel morfologische benaderingswijzen aangewezen. Experimenteel
zou de relatie tussen een structuur en (een complex van) functie(s) aangetoond kunnen
worden door een operatieve ingreep: wegnemen of reduceren, transplanteren, of
implanteren van het betreffende centrum/orgaan. Een dergelijke operatieve aanpak zou uitsluitsel kunnen geven. Dat is uiteraard bij onderzoek aan de mens
totaal uitgesloten. Swaab heeft zich daarom
waarschijnlijk noodgedwongen moeten beperken tot beschrijvend onderzoek. Alleen
daarom al staan zijn conclusies op losse schroeven. Hij heeft ongetwijfeld een reeks post mortem gevallen histologisch onderzocht
en in een (hopelijk) significant aantal gevallen een consistente aberrante en specifieke
morfologie geconstateerd. Het artikel van De
Cuelaer geeft over de aantallen geen wetenschappelijke inkijk. Onduidelijk
is bijvoorbeeld of dit altijd zo is, of slechts in een percentage van de
gevallen. Ook is onduidelijk welke variatieparameters zijn gehanteerd. Ik vind
dat de discussie over zo’n belangrijk onderwerp dat zoveel mensen aangaat,
zuiver en helder gevoerd moet worden, en dan is de weergave in zo’n artikel van
JdC nogal magertjes.
Ook beschrijvend morfologisch onderzoek
aan de mens heeft zo zijn beperkingen, omdat het uiteraard post mortem moet
gebeuren. Nou kan sensu strictu morfologie op zich ook nooit een
oorzaak zijn. De vorm zou wel een uiting kunnen zijn van een of ander fysiologisch
proces, waarvan wellicht de verhoogde activiteit zich vertaalt in de omvang. Let
wel, ook zo redenerend kom je niet veel verder. Ik neem echter aan dat Swaab ook in vivo met moderne technieken als NMR-scanning en MRI-mapping
van hersenactiviteit onderzoek gedaan heeft. Die technieken bieden unieke
mogelijkheden om in de levende hersenen te kijken en de hersenactiviteit te
bestuderen in laboratoriumsituaties. Dergelijk onderzoek kan de fysiologie in
kaart brengen, maar valt in feite ook onder beschrijvend onderzoek en kan
evenmin in causale zin uitsluitsel geven. Swaab
vertelt niets over zijn proefpersonen, maar dat moeten wel puberale of
postpuberale individuen zijn, bij welke de sexuele geaardheid zich reeds geopenbaard
heeft. Een koppeling tussen morfologie en de sexuele geaardheid is immers alleen
te leggen, als die aard inderdaad al tot expressie is gekomen. De onderzoeker
loopt met zijn theorievorming dus eigenlijk achter de feiten aan. Hij constateert
een gedrag, trekt conclusies over de geaardheid, ziet later in het post mortem
onderzoek een wat betreft de grootte aberrante structuur in de hersenen en veronderstelt
een oorzakelijk verband. Dat is niet logisch en strikt genomen ook niet wetenschappelijk,
omdat niet uit te sluiten is dat de structuur zelf een gevolg is, een
begeleidend verschijnsel, dus
veroorzaakt wordt, en niet zelf oorzaak is. De eigenlijke oorzaak van het
fenomeen homosexualiteit blijft daarmee in het ongewisse. Gelukkig maar zou ik
zeggen.
We zijn er nog niet. Er kunnen in
een ontwikkelend systeem inderdaad afgeleide effecten zijn die dus niet zelf primair
oorzaak zijn, maar gevolg. Voorbeelden van dergelijke epigenetische effecten
zijn er te over ook op het terrein van de neurologie. Overbekend zijn de
geslachtsverschillen tussen man en vrouw, bijv. tot uiting komend in de
spraakcentra, die bij de man eenzijdig zijn geprofileerd en bij de vrouw
tweezijdig. Zijn de verschillen in de spraakcentra oorzaak of gevolg?
Natuurlijk een gevolg, zal onmiddellijk ieder weldenkend mens zeggen, ook al
weet geen mens hoe de reactie- en interactieketens die aan de ontwikkeling van
die centra ten grondslag liggen “precies” verlopen. Niemand zal durven
veronderstellen dat het grotere tweezijdig ontwikkelde spraakcentrum bij de
vrouw de oorzaak is van haar ontwikkeling als vrouw. Dat zou aan de uitdrukking
“babbelkontje” een volstrekt nieuwe inhoud geven. En toch is dat precies wat Swaab in feite wel doet in het kader van
de onderhavige problematiek. In elk geval is het wel zo dat de individuele
eigenaardigheden van man en vrouw, wel degelijk minstens van invloed kunnen zijn op de psychosociale ontwikkeling van de
kinderen. We voelen dat aan als zijnde een waarheid als een koe, maar dat te
bewijzen langs natuurwetenschappelijke weg is gezien de complexiteit aan de ene
kant en de individualiteit aan de andere kant vrijwel uitgesloten.
Het is volstrekt niet
uitgesloten dat de afwijkende morfologie
die Swaab gevonden heeft een
afgeleide is of een begeleidend verschijnsel is van door hem niet nader gepreciseerde
reactie- en interactieketens. Waar precies de determinerende stappen gezet
worden in iemands persoonlijke ontwikkeling blijft mijns inziens dus nog steeds
onduidelijk. Ikzelf zie het vooralsnog als een samenspel tussen genetisch (op
het nivo van DNA) en epigenetisch (op het nivo van milieu en omstandigheden) bepaalde, sturende invloeden in een zich ontwikkelend systeem,
met een complex samenspel op verschillende nivo’s, van cellulair, organismaal
tot psychosociaal. Waar precies de ontwikkeling van indifferent naar specifiek,
met de beslissende aftakkingen in de richting van een bepaald libido, vorm
krijgt is, laten we eerlijk zijn in
feite nog immer compleet onbekend. Nee hoor, ik accepteer de conclusie van een
oorzakelijk verband, zoals door Swaab
geschetst, dus niet. De hele gedachtegang riekt me te zeer naar een rigide reductionistisch, granulair denken,
waarbij veel te weinig recht wordt gedaan aan de vloeiende complexiteit van
lichaam en geest en hun onderlinge betrekkingen, en misschien ook wel te weinig
recht wordt gedaan aan de mens. Het doet me denken aan het fabeltje van de zogenaamde
“wiskundeknobbel” waarmee sommigen, ook ik, volgens anderen behept zouden zijn. Vroeger
werd er inderdaad wel eens gezegd,: “Ah, maar die heeft nou eenmaal een
wiskundeknobbel”. De suggestie is duidelijk in twee richtingen:
·
die is gek op wiskunde en is er zoveel mee bezig dat “zijn
wiskunde centrum” bovenmaats is uitgegroeid. Dit stelt de mogelijkheid van een
sex-knobbeltje, als gezien door Swaab enigszins in een tendentieus daglicht.
Maar dat in hersencentra dezelfde relatie bestaat tussen omvang van hersencentra en functionaliteit als bijvoorbeeld
bij de musculatuur het geval is, is bij mijn weten niet uitgesloten, maar ook niet
aangetoond.
·
die heeft nu eenmaal een bovenmaatse knobbel die hem met aandrang aanzet
tot het bedrijven van wiskunde. Logisch dat die meteen als hij thuis is, met
zijn huiswerk wiskunde begint (en zijn talen laat liggen). “Ik ben gelukkig
niet zo”, wordt er dan bij gesuggereerd.
Beide insteken zijn puur
hypothetisch.
Het is eigen aan de mens te
proberen op allerlei manieren greep te
krijgen op zijn hersenen en op zijn cerebraal functioneren. Hij wil zijn brein
begrijpen, maar nog liever zou hij er op in willen grijpen. Hij zou willen
corrigeren waar het functioneren niet aan de norm voldoet (wat die norm, ook
is). Maar precies daar past de mens toch
wel grote bescheidenheid en terughoudendheid. Hij is met zijn pogingen om in
medische sfeer corrigerend in te grijpen in de menselijke zijnswijze nou niet
bepaald succesvol geweest, eerder een charlatan, een dr Jekyll. Althans ik kan
voor ingrepen in de hersenen, als bijvoorbeeld lobotomie, het wegnemen resp.
vernietigen van (delen van) de voorhersenen, ooit gezien als een gezegende
probleemoplossende operatieve ingreep, geen begrip opbrengen. Sterker ik vind
de operatoren bij dergelijk handelen onverantwoord en misschien zelfs misdadig
bezig. Hetzelfde geldt voor de stuntelige pogingen om epilepsie en depressie en
andere echte of veronderstelde psychische aandoeningen te behandelen met allerlei op den duur
desastreuze ingrepen als elektroshocks en dubieuze psychofarmaca waarvan de
effecten op langere termijn niet bekend zijn. Het ergste moet gevreesd worden,
want de ontwikkelingen in dit opzicht lijken niet te stuiten.
Wat is nou het belang van dit
alles? Maakt het wat uit of de menselijke aard gedetermineerd is in de
baarmoeder, ja ook de “modale” aard. Ik denk van wel. Ik zou niet graag leven
in een samenleving waarin het determinisme hoogtij viert. Sterker nog, ik vind
dat de neiging tot granulair denken, en overal een enkelvoudige oorzaak voor te
willen aanwijzen, bestreden moet worden. Zo’n opvatting als die van Swaab over ogenschijnlijk zoiets persoonlijks
als de sexuele geaardheid van de medemens, kan een tendens in gang zetten die
op termijn betreurenswaardig uitpakt. Het is de vraag of dit soort onderzoek eigenlijk
wel toelaatbaar is, een discussie die enkele jaren geleden terecht heeft
gespeeld rondom onderzoeksplannen van criminoloog Buikhuisen, die wilde kijken
naar mogelijke biologische, genetische, bepaaldheid van crimineel gedrag. Nu
gaat het over de morfologie van de hersenen, straks gaat het over de
aanwezigheid van bepaalde genen, dan niet een zekere predispositie voor alweer
een of andere aard, aanleg, of eigenschap met ongetwijfeld ook alweer de
neiging tot politiek verabsoluteren. Ik geloof dat we vanuit de samenleving de ontwikkelingen
in deze zin nauwgezet moeten volgen, en moeten onderwerpen aan een zorgvuldige,
kritische evaluatie.
Nee, dr Swaab je bent er gelukkig
nog lang niet, wat je trouwens zelf ook inziet, blijkens je subtitel: “We zullen nog lang moeten wachten op de
wonderpillen” (om hoedanigheden af te remmen resp. te stimuleren). Liever had ik gehad dat je het wonder op een meer gelovige wijze geïnterpreteerd
had en het gebruik van pillen zou hebben geschetst als inherent inadequaat, en
slechts effectief als uiterste noodoplossing, in een soort botte bijl approach, waarbij, laten we dat vooral niet
vergeten, voor de patiënt/cliënt de remedie erger dreigt te worden dan de
kwaal. Kijk nog maar eens naar de verbijsterende film: “One flew over a cookoos
nest”, en je weet precies wat ik bedoel. En kleine tip, blijf ook de bijzondere
mens die buiten de norm van de meerderheid valt ook maar gewoon primair zien als
mens.
Literatuur:
Dick Swaab: “We zullen nog lang
mogen wachten op de wonderpillen”
Knack
interview door Joël de Cuelaer
Febr
2011
Summery
According to Dick Swaab, a neurobiologist, the
homosexual and heterosexual brain differ in some morfological respects. Swaab has put forward that the peculiar
morfological detail which he has found,
causes the embarkment of the person onto a homosexual developmental pathway. It
is argued that Swaab in his eagerness for straight forward causality displays
outspoken granular thinking and reasoning, and sadly takes insufficiantly into
account the interrelationships between structures and functions on all levels
of the biological and psychosociological human developing system. The
establishment of the human gender probably cannot be pinned down to one
singular determinative event in the whomb.
Biografie:
Na zijn studie in de biology, is schrijver dezes tot aan zijn
pensionering als docent/onderzoeker verbonden geweest aan de Rijksuniversiteit in Utrecht en heeft hij ontwikkelingsbiologisch
onderzoek gedaan. Na zijn pensionering heeft hij zich geweid aan de schone
kunsten en heeft een opleiding gevolgd in de beeldende vormgeving aan de
Kunstacademie in Genk. In een viertal stages heeft hij zich daarna verder
bekwaamd in het beeldhouwen. Daarnaast mag hij zich graag mengen in het
publieke debat over politieke en maatschappelijke kwesties en heeft hij een
reeks artikelen geproduceerd.
Trefwoorden:
Homosexualiteit, gender, brein, kern,
“oorzaak en gevolg”, causaliteit, determinatie, granulair denken, biologie,
biologisch
Abonneren op:
Posts (Atom)