woensdag 15 mei 2013

Anciaux contra Vermeersch

Een uitdagende titel, maar ik sta er volkomen achter. Waar dit op slaat? Wel, op een interview bij "Ryers laat", waar beide heren waren uitgenodigd om hun mening te geven over een aantal stelligheden die beiden de samenleving ingestuurd hadden. Als Vermeersch ook maar een beetje open had gestaan voor de gedachten van Anciaux, dan had deze laatste zich niet laten verleiden tot de opvallende uitspraak "Vermeersch, je zit ongelofelijk te zeveren". Het is nogal wat, dat je als filosoof  van naam door een politicus op een dergelijke wijze de les wordt gelezen. Maar, ik kan niet anders dan Anciaux gelijk geven. Vermeersch komt in dit gesprek over als een intellectueel toch wel wat verstarde persoon, die fanatiek blijft hameren op het aambeeld van zijn  overtuigingen met achterhaalde stelligheden. Juist daar gaat Vermeersch dan ook op onthutsende wijze de fout in, door met veel aplomb met  honkvaste professorale opvattingen over godsdienst en religie uit te pakken, waarbij hij de aansluiting bij hedendaagse inzichten, ja ook in de filosofie, volkomen mist. Je moet het toch maar presteren om te zeggen dat in het algemeen de Leer en Het Instituut aangevallen en afgebroken moeten worden, opdat de mensch vrije worde. De mens moet je daarentegen aldus Vermeersch blijven liefhebben. Met andere woorden: Boedhisme, Islam, Judaïsme en Christendom mogen, ja moeten,  op de schroothoop, de leer moet volgens Vermeersch immers ontmanteld worden. De mens echter, dus de Boedhist, Moslim, Jood en Christen, daarentegen dienen aldus Vermeersch met liefde en met tolerantie benaderd te worden. Het klinkt allemaal nogal stellig, maar tegelijk ook wel wat gratuite. 

Vermeersch, je doet me denken aan de Inquisitie, die  dolgedraaide puur  ideologisch geïnspireerde en in feite misdadige organisatie binnen de Kerk, waar precies het omgekeerde van hetzelfde gebeurde: De Leer bleef overeind en werd verafgood maar de mensen werden om persoonlijke overtuigingen in hun belijdenis, in afwijking van de officiële leer van de Kerk, van ketterij beschuldigd, werden gemarteld  en op de brandstapel gezet. Niet uit agressie, nee, zogenaamd uit liefde. Kijk, "les extrèmes se touchent". De Inquisitie begint bij de mens; Vermeersch begint bij de leer. Deze tegenstelling aan te kijken kan ons verder helpen. Beide opstellingen zijn uiterst intolerant jegens de mens, ongenuanceerd en in feite liefdeloos. Waarom? Omdat ze beide de mens op zich niet serieus nemen in zijn eigenheid en hem of zijn leven of zijn overtuigingen afnemen, en komt dat niet op hetzelfde neer? In de Inquisitie werden de ketters om hun opvattingen de dood in gejaagd; in de opvatting van Vermeersch worden ze dood geknuffeld, nadat hen eerst de bezieling vanuit hun overtuiging is afgenomen. In mijn ogen zijn beide benaderingen daarom verwerpelijk en ik ben teleurgesteld dat onze Etienne Vermeersch deze opvattingen huldigt.  Dit prikkelt me en roept verzet in me op, juist omdat zijn opvattingen niet van deze tijd zijn en hij beter zou kunnen weten. Juist hij zou toch genuanceerd moeten denken en in verwondering open moeten staan voor de betrokken  maatschappelijk  geïnspireerde inbreng van zijn gesprekspartner. Nee dus, Vermeersch bleef minzaam en vriendelijk, maar ongenaakbaar onaanraakbaar, wat Anciaux, toch ook niet de eerste de beste, zichtbaar irriteerde. 

Naar Vermeersch kijkend, viel me op hoe plat en strak zijn kapsel om zijn hoofd is gedrapeerd, achterover gekamd heette dat vroeger en hoezeer de man in de plooi zit, zijn eigen plooi dan wel te verstaan. Vermeersch lijkt dus wel in harmonie met zichzelf. Maar toch, dat is toch eigenlijk geen opmaak voor een filosoof; verwacht je bij zo iemand niet een meer speels, wat verstrooid kapsel, met wat van die springerige, weerbarstig golvende en piekende maar sympathieke haarlokken? Wat ik zeggen wil, Vermeersch komt niet alleen met zijn gedachten en in zijn uitspraken stram over, maar ook in zijn "body language". Maar dat is maar schijn; er huist nog heel wat drift in deze "body". Dat blijkt als hij naar Anciaux ineens uitpakt met weer zo'n  straffe in feite anti-religie uitspraak, en dan is nog de drift voelbaar waarmee hij vroeger zijn studenten en de goegemeente geïmponeerd maar ook betutteld moet hebben. Onze enige echte Vlaamse filosoof is nu nog slechts een schim van zijn vroegere autoriteit, maar wil zich daarbij niet neerleggen. Integendeel, hij gaat de boer op. Het zou beter zijn als hij dat niet deed en de Pers hem met rust zou laten. Het is niet goed dat mensen in de nadagen van hun wetenschappelijke carrière nog zo met allerlei maatschappelijke kwesties en vraagstukken uitgedaagd worden, als waren zij nog altijd de coryfeeën waarvoor een verstandig mens maar beter op de knieën kon gaan.

Ik kan Vermeersch op sommige punten toch ook wel bijvallen, bijvoorbeeld als hij zijn pijlen richt op het instituut, en op de leer die van het instituut uitgaat met zijn absolutisme, ongenuanceerdheid, onverdraagzaamheid. Je hoeft in deze dagen maar te kijken  naar onze eigenste Bisschop Leonard met zijn dwaze uitspraken over  homosexualiteit, en over de vrouw met niet meer dan een jaaruur filosofie als onderbouwing en enige verknipte levenservaring. Ik zou ook met hem meegaan, als hij ten strijde zou trekken tegen eigengereide, prive-fundamentalistische interpretaties als die van Richard Dawkins,  want dat is nog een professor die tegen de kerk, geloof en religie van leer trekt maar in dit geval werkelijk niet weet waar hij het over heeft. Vermeersch heeft in zijn discours wel iets van Sancho Pansa die zijn baasje kwijt is en nu maar op eigen houtje eens flink tegen de als windmolens vermomde kerken te keer gaat. Veel onderscheid maakt Sancho niet.
Veel verder kan ik echter niet meegaan, want daar stuiten we al direct op een eerste moeilijkheid van formaat. Met de Leer zelf kun je niet in discussie gaan. Je zult er zelfs als filosoof niet aan kunnen ontkomen dat je alleen met de bedenkers of aanhangers of met de protagonisten van de Leer, in discussie kunt gaan, zelfs al praat je veel in jezelf, wat menige filosoof doet of schijnt te doen. Met de leer zelf kun je niets aanvangen, die geeft net als de spiegel van Galadriël, dat prachtige beeld uit "In de Ban van de Ring",  van Tolkien, alleen jouw eigen antwoorden; namelijk je eigen interpretaties van de leer die je wilt bestrijden. Hopelijk voor jou kun je dus toch tot een gesprek komen met de mensen die je zegt lief te hebben, want anders wordt het oorlog waarbij je of zelf het loodje legt als gevolg van antireligieuze krankzinnigheid, of aanhangers van dat andere geloof over de kling jaagt in een nieuwe loopgravenoorlog. In het geval van Vermeersch betwijfel ik dat hij dat gesprek in een ware dialoog kan aangaan. Net zo min als andere dogmatisch denkende mensen is hij niet flexibel genoeg.De man is gewoon te apodictisch en te zeer vol van zijn eigen gelijk, en in dat soort mensen schuilt ook een gevaar. 

Het viel me op dat Vermeersch in de discussie met Anciaux slechts schijnbaar luisterde naar zijn opponent, maar in feite gewoon zat te wachten tot hij zelf weer aan de beurt zou zijn om weer wat van zijn toch wel beschimmelde brood in de melk te brokkelen. Vermeersch gaat dan ronduit de fout in waar hij zegt van de mens te houden maar zijn Leer, zijn opvattingen en interpretaties te bestrijden. Natuurlijk zou je gewoon met elkaar in gesprek moeten kunnen komen, zodat duidelijk zou kunnen worden waar ieder het nou eigenlijk over heeft; waar de verwondering leeft, waar zij de grenzen verkennen van hun inzicht en waar ze elkaar zouden kunnen aanvullen. Maar Vermeersch zegt dat de Leer bestreden moet worden. Daarmee maakt hij een dialoog onmogelijk en frustreert hij de communicatie. Dat kan ook niet anders, want juist daar moet hij ontdekken dat de ander er overtuigingen op na houdt die voor  hem, Vermeersch inacceptabel zijn, en voor de aanhanger van de Leer onbespreekbaar zijn.

Als je in de woordenstrijd van een debat beweert dat de spirituele voorgangers van deze tijd er ook alleen maar starre en dwingende interpretaties van oude teksten, "het Woord", "de Bijbel", "de Koran" etc. op nahouden, dan zul je de realiteit onder ogen moeten zien dat je zelf als filosoof ook vol zit met overgeleverde verhalen en duidingen. Vermeersch, je bent ook maar een kleine mens die in zijn eentje niet de waarheid kan omvatten en je zal moeten toegeven dat ook die ander, in dit geval Anciaux, die het mordicus met je oneens is en die jou echt bestrijdt, ook iets van de waarheid onthult. Vermeersch en Anciaux konden zover niet komen, zij stonden in het debat lijnrecht tegenover elkaar, een levende getuigenis van hoe het niet moet. Beiden hadden loopgraven betrokken, en in hun opvattingen zat geen millimeter beweging meer; teleurstellend van beide kanten en voor ons.

Je ziet het vaak in politieke discussies: een enorm gebrek aan wellevendheid en aan gewoon burgermansfatsoen. Overtuigen is immers niet hetzelfde als overdonderen. Je zult elkaar toch minstens de gelegenheid moeten geven om uit te spreken, en je zult ook de bereidheid moeten hebben om toe te laten en op te nemen wat je opponent heeft in te brengen, anders is ook een actualiteitsgesprek volslagen zinloze bladvulling.

De moeilijkheid is dat Vermeersch in de discussie beschamend achterhaalde standpunten hanteert. Hij beweert de mens te kunnen liefhebben, en tegelijk  zijn leer te kunnen bestrijden. Dat is werkelijk een achterhaalde misvatting. Immers, het is de leer die de mens aanhangt, en met toewijding in praktijk brengt, die Vermeersch zegt te mogen en moeten bestrijden en zelfs afbreken.  Het is een dwaze fictie dat je onderscheid zou kunnen maken tussen de mens en zijn diepste overtuigingen. Daarmee bestrijdt hij impliciet de mens die zich immers met zijn opvattingen, waardoor hij bezield wordt, vereenzelvigt. Dat bestrijden kan vriendelijk beginnen maar zal, de geschiedenis wijst dat uit, ontaarden in haat en oorlog. Er is een tijd geweest dat de filosofie de ideeënleer was toegedaan: "niet de werkelijkheid om je heen is de essentie, maar datgene wat daar achter ligt, de idee, het gemeenschappelijke waaraan het individuele ondergeschikt is" (Plato, Descartes). Die gedachte heeft getriomfeerd tot in de dagen van Descartes. Die huldigde ook de opvatting dat de mens, dus ook hijzelf, in zijn denken absoluut is, onafhankelijk en los van tijd en plaats. Zou je zo ook de ideologie, de boodschap los kunnen zien van de mens? Bull shit. Een mens kan niet zijn, "ik ben", los van omstandigheden en betrekkingen, hij is niet autonoom, maar is pluriform, veranderlijk, niet echt te vatten, slechts te benaderen, en te interpreteren en op allerlei manieren verbonden aan zijn medemens, zelfs als hij een filosofieboek zit te lezen of voor mijn part de nieuwe fictieroman van Dan Brown. De leer, zijn overtuiging, is het meest kostbare wat een mens bezit. Hij wordt erdoor bezield, komt van daar uit tot handelen, en schept van daar uit toekomst. Mensen hebben voor de Leer hun leven gegeven. Dat zie ik noch Vermeersch noch Anciaux, noch ikzelf zo maar doen. Om zo tot het uiterste te gaan, vraagt diepe overtuiging. Ja, Vermeersch, ook jij bent altijd hier of daar, en allerminst absoluut, ook niet in je eigen ideeën, die trouwens niet echt van jou zijn, maar ook zijn overgeleverd. Nee hoor, je kunt niet het standpunt huldigen dat je slechts de leer bestrijdt en dat je de mens die zich aan die leer verbonden heeft, lief hebt. Dat is een, ik zou zeggen arrogant, koloniaal standpunt, achterhaald, bedriegelijk en onjuist. Anciaux heeft op dit punt gelijk, je zevert niet alleen, je bent ook ergens best een beetje gevaarlijk. Juist omdat je redelijk goed gebekt bent, en minstens in uiterlijke statuur nog de Professor bent, al is het van een vorige generatie, die velen nog in je willen zien; minstens de journalisten die je laten opdraven.
Geplaatst door Opapake op woensdag, mei 08, 2013