dinsdag 17 januari 2012

Sex: een truc van de natuur 3


Nou heb ik het al een paar keer gehad over de zaadcel terwijl die term inhoudelijk gewoon niet klopt. Maar hij is nu eenmaal ingeburgerd. De term stamt uit de tijd van Anthony van Leeuwenhoek, die de opvatting was toegedaan dat bij de voortplanting de man een zaadje plant in de vrouw, analoog aan de boer die zaad plant in zijn akker. Vraag je waarom dat fout is? Nou, een zaadje zoals van de zaaier in de parabel: "een zaaier ging uit om zijn zaad te zaaien",  is in feite een minuscuul nieuw plantje, dat ontstaan is uit een bevruchte eicel. Eicellen;  bevruchting? Is dat dan ook zo bij planten?  Ja hoor.  Bevruchting is een onderdeel van de geslachtelijke voortplanting en die vind je door de hele natuur heen. Ja, inderdaad, we zijn weer niets bijzonders, ook al zijn we anders. Er bestaat trouwens ook ongeslachtelijke voortplanting,  zowel bij  planten als bij dieren. Daarbij  krijg je een genetisch identieke nakomeling, een cloon dus. Clonen zijn bij planten een doodgewone zaak, en komen daar ook langs natuurlijke weg voor; een spruitje is een cloon. Soms levert dat ons een lekkernij op, zelfs heel lekker met een lapje ontbijtspek, of houd je niet van spruitjes? In de moderne kwekerijen worden de beste planten ongeslachtelijk voortgeplant, vanuit losse cellen die zijn verkregen door een moederplant als het ware uit te schudden.  In een geschikt kweekmedium ontstaat uit elke losse cel een nieuw plantje. Met wat zorg groeit daar een nieuwe gezonde plant uit met alle gunstige eigenschappen van de moederplant. Slim hè! Cloneren, is in de tuinderij  dus een profijtelijke praktijk, en begint echter ook in de dierenwereld opgang te doen. Cloneren van een mens kan in principe ook, maar  is strijdig met de regels van de ethiek. "Waarom eigenlijk?"  "Daar zullen we het onvermijdelijk nog over moeten  gaan hebben."  Als dit topic zo gevoelig ligt,  kun je al vermoeden dat geslachtelijke voortplanting  iets heel fundamenteels moet zijn.  En, dat is ook zo, want daardoor krijg je genetische variatie in de nakomelingen, de basis van de evolutie. De  bijdrage van de spermacel bestaat er in dat hij zijn chromosomale inhoud aan de eicel overdraagt en deze zo, wat betreft het aantal chromosomen, completeert ( van 24 naar 48). Wat een chromosoom voor iets is? Chromosoom betekent letterlijk niets meer dan "gekleurd lichaampje".  Ze zijn dan ook in de cel zichtbaar te maken met bepaalde kleurstoffen, maar ze zijn alleen zichtbaar, kort voor en tijdens de celdeling, als ze een compacte vorm verkeren. Ze zijn immens belangrijk, want ze dragen de erfelijke eigenschappen, die  vervat zijn in het DNA, zoals bijvoorbeeld de kleur van de ogen. Maar verder ook alle andere erfelijke eigenschappen, zowel de  goede (afkomstig van de vader, haha) en de slechte (ehh, afkomstig van de moeder, hihi), dus alles waarin het kind lijkt op de ouders, plus alle eigenschappen die ons als mens onderscheiden van de andere levensvormen als bijvoorbeeld een  kakkerlak.  Maar ook minder voor de hand liggende eigenschappen als het vermogen om weerstand te bieden tegen bacteriële infecties. .
 Oké, spermacel dus. Wat ik hier allemaal vertel is uiteraard niet zo maar uit de lucht komen vallen. Dat wordt duidelijk als je in de oude handboeken, ja die bestaan nog steeds, leest hoe hier vroeger over gedacht werd. Toen was men niet gehinderd door veel feitenkennis, en konden de wetenschappers er goed op los leuteren. Omvangrijke theorieën werden opgesteld op basis van pietepeuterige constateringen. Maar meer was er toen eenvoudig nog niet. Alsof het de Talmoed betrof, praatte men elkaar na, en becommentarieerde elkaars theorieën. Voor de babbelkonten onder ons, zoals ik, waren dat gouden tijden.  De Nederlander Anthony van Leeuwenhoek, zie je wel weer een Nederlander, was een van de eersten die de handen echt uit de mouwen stak en met nieuwe concrete waarnemingen kwam die hij deed met een eigenhandig in elkaar geknutseld,  allerliefst microscoopje, in zijn ogen een fantastisch ding natuurlijk. Heb je het door? Science kan verder komen, als ze gebruik weet te maken van de vondsten in andere wetenschapsgebieden en uit de techniek. Zo is het nu nog. Ga maar eens na wat er aan kennis en vaardigheden bij elkaar is gebracht bij de ontwikkeling van de ruimtevaart. Anthony had een droom. Hij  hoopte met zijn microscoopje nieuwe microscopisch kleine levensvormen te kunnen ontdekken, bijvoorbeeld in slootwater, die te klein zijn om met het blote oog waar te nemen. Hoe komt zo iemand op het idee nietwaar? Toen hij die inderdaad eenmaal in de vorm van pantoffeldiertjes en andere zogenaamde Protozoa ontdekt had, was het hek van de dam. Alles gingen ze onderzoeken, en, oh schrik voor de Kerk, dus ook sperma.  Zo werd de spermacel ontdekt, een levend iets bestaande uit een kop en een lange zweepstaart en daarmee was het afgelopen met het onschuldige gedoe, van:  het is allemaal jouw schuld. De man draagt aan de bevruchting wel degelijk meer bij dan een steentje, ja, miljoenen spermacellen. Zie daar als vrouw maar eens aan te ontkomen. Dat lukt dus niet, er is er altijd wel een spermacel die haar aanvankelijke barrières weet te overwinnen. Die barrières zitten er trouwens alleen aan het begin van het geboortekanaal, namelijk in de vagina waar een zuur milieu heerst. Ja dat klinkt raar, ik weet het, maar het is waar. Dat zure milieu is verder heel belangrijk want het biedt bescherming tegen allerlei ongewenste indringers (bacteriën, en parasieten als Chlamydia), wat niet wil zeggen dat hygiëne overbodig is. Normaal gesproken wordt die barrière bij de copulatie (het vrijen dus) gepasseerd. Daar dient de penis voor heren, en eigenlijk nergens anders voor dames.
Anthony ontdekte dat er in sperma precies zo'n diertjes zitten als in slootwater; dezelfde "diertjes" met kop en  met zweepstaart die hij op en neer kan zwiepen waardoor het zich met een behoorlijke gang, relatief gezien dan, naar voren kan stuwen. Inderdaad lijken die twee sprekend op elkaar, maar er is uiteraard een essentieel verschil tussen. Een flagellaat  (zweepdiertje) zou nooit een eicel kunnen bevruchten. Bevruchting kan in principe uitsluitend plaats vinden door interactie van de geslachtscellen binnen één en hetzelfde genus (genus mens bijvoorbeeld). Je zou misschien wel een aap en een mens kunnen kruisen, ah jasses, ga in je hok jij, maar ik voorspel je, dat er geen normale nakomelingen uit voortkomen. Ehh, wat een gelul, maar het moet toch even gezegd worden. Spectaculair voorbeeld is uiteraard de muilezel; een dier dat onvruchtbaar is, maar dat verder gezond en wel door het leven kan. Zo zie je dat het bij aanverwante soorten lang goed kan gaan, maar tenslotte gaat het dan toch bij de voortplanting mis. Als dat bij de mens ook zo zou zijn, dat zouden we in de toekomst het ergste te vrezen hebben. Dat zou immers kunnen leiden tot tweederangs burgers; een soort natuurlijke eunuchs dus? Nee, want die zouden wel kunnen paren, iets wat een eunuch niet kan. Oh, je denkt dat mensen niet tot zoiets in staat zijn? Er zijn al ergere dingen vertoond door niets ontziende dictators. In Amerika werden nog niet zo lang geleden slaven gefokt. Ja, ik weet het, dat klinkt cru, maar is daarom niet minder waar. We moeten dus wel blijven opletten, om malafide wetenschappers af te blokken. Er zijn er in deze tijd ongetwijfeld onderzoekers  die dit experiment maar al te graag als eerste zouden willen uitvoeren, als ze dat al niet gedaan hebben. Door IVF kan dat immers snel en gemakkelijk uitgevoerd worden. Ik ga er daarom zonder meer van uit dat er al van alles geprobeerd is. Maar durf je voor het front van wetenschap en samenleving te verschijnen met de resultaten? Dan moet je toch gewetenloos iemand zijn en veel lef hebben.
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten