dinsdag 17 april 2012

Procedurefouten; gerechtigheid?

Een goed functioneren van het Gerecht is een van de hoekstenen van de samenleving. Het is daarom betreurenswaardig en inacceptabel dat de samenleving onbedoeld zichzelf ondermijnt met haar eigen regelgeving, die op essentiële punten en op oneigenlijke wijze de verdachte bevoordeelt en een eerlijke rechtsgang hindert. Ik doel hier op het beroep dat advocaten in toenemende mate blijken te doen op procedurefouten of proberen bewijsmateriaal niet ontvankelijk te doen verklaren met de argumentatie dat het onrechtmatig verkregen zou zijn. Al te vaak besluit een rechter de zaak wegens gemaakte procedurefouten of door nietig verklaring van het bewijsmateriaal dan, mijns inziens zeer ten onrechte, tot vrijspraak. Het is de advocatuur kwalijk te nemen dat zij hiermee een goede rechtsgang frustreert, omdat zij slechts een doel voor ogen hebben, namelijk coute que coute vrijspraak te forceren. Er zijn zelfs advocaten die zich gespecialiseerd hebben om procedurele fouten en foutjes op te sporen en op grond daarvan vrijspraak af te dwingen, zelfs waar evident de verdachte schuldig is. Kom daar als druk officiertje van Justitie maar eens tegen op. Zo is daar nu het geval Robert M die zich op walgelijk misdadige wijze schuldig heeft gemaakt aan kindermisbruik, zelfs van baby's, en blijkens door hem daarvan zelf gemaakte filmopnames zonder enige twijfel ook volgens zijn eigen zeggen schuldig is. Zijn advocaat verwerpt echter het bewijsmateriaal, daar gaan we weer, omdat het onrechtmatig verkregen zou zijn. Advocaat Van der Groot zei vandaag in zijn betoog voor de rechtbank in Amsterdam dat de politie het huis van Robert M. niet had mogen doorzoeken. Daaraan voorafgaand waren volgens hem namelijk niet de juiste regels gevolgd en had hiervoor geen toestemming verleend mogen worden. Het gevolg is dan ook, volgens de advocaat, dat de bij de huiszoeking gevonden gegevensdragers met kinderporno, gemaakt door Robert M, niet als bewijs gebruikt mogen worden".

In mijn ogen vereenzelvigt de advocaat zichzelf in deze opstelling met de verdachte en ik zou het niet gek vinden als hij daarmee ook zou moeten delen in de straf, als er ondanks dit verweer het schuldig wordt uitgesproken, wat uiteraard zou moeten gebeuren.
Voor de speurders maar ook voor de samenleving als geheel is het niet te verteren dat door dit soort slimmigheidjes van de kant van de advocatuur vrijspraak volgt. Immers over de schuldvraag an sich is geen twijfel. Het lijkt er eerder op dat het de advocaat meer gaat om een juridisch steekspel dan om waarheidsvinding en het verkrijgen van een rechtvaardig gewogen oordeel. Het zal duidelijk zijn dat met de opstelling van de advocaat, wat hij ook mag beweren, de gerechtigheid niet is gediend. Vrijspraak op de door hem aangevoerde gronden zou onrecht zijn, omdat het door de verkeerde motieven is ingegeven. Advocaat De Groot maakt zichzelf met deze opstelling niet groter, maar eerder een kopje kleiner.

Er is een eenvoudige en acceptabele oplossing voor deze onrechtvaardheid in de rechtspraak: maak onderscheid tussen de feiten en de wijze waarop de feiten verkregen zijn. De feiten zouden puur inhoudelijk op hun overtuigingskracht beoordeeld moeten worden, los van de wijze waarop ze verkregen zijn. Soms is de wijze waarop discutabel, en kan er zelfs sprake zijn van schending van de privacy, of nog erger van een misdrijf. Dat is dan mogelijk een strafbaar feit op zich, waartegen bezwaar gemaakt kan worden. Of dit inderdaad zo is, zal in een apart proces beoordeeld moeten worden, en er kan een sanctie op volgen. Bij het wegen van schuldig of niet schuldig dienen de feiten echter onverkort meegenomen te worden. Dat zou een rechtvaardige rechtspraak zeer bevorderen, en het vertrouwen van de samenleving in de rechtspraak zeer ten goede komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten